nummer: 07/1201/GA
betreft: [klager] datum: 24 juli 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,
gericht tegen een uitspraak van 7 mei 2007 van de beklagcommissie bij voormelde gevangenis, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juli 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P. Scholten, en [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft nachtelijke aanwezigheidscontroles in verband met klagers status van vluchtgevaarlijke gedetineerde.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming toegekend van
€ 100,=.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De noodzaak van de nachtelijke controles is onderwerp van een al langer lopende discussie binnen de gevangenis De IJssel. Tot vorig jaar werden personen die op lijst 2 van vluchtgevaarlijke gedetineerden stonden tussen 22.00 uur en 08.00 uur ongeveer
vijf keer gecontroleerd op hun aanwezigheid. De beroepscommissie heeft uitgemaakt dat vijf keer per nacht controleren in gevallen als het onderhavige, niet is toegestaan. De directeur heeft die uitspraak zo uitgelegd dat een lagere frequentie wel zou
zijn toegestaan. De beklagcommissie heeft de klacht van klager vervolgens gegrond verklaard. Op grond van die uitspraak mogen dit soort nachtcontroles in het geheel niet meer worden uitgevoerd. De beklagcommissie heeft daarbij aangegeven dat er andere
middelen zouden zijn om klagers aanwezigheid te controleren. De directeur is echter van mening dat die middelen een nog verdergaande inbreuk op de privacy van de gedetineerde zouden betekenen. De directeur vindt de onderhavige controles noodzakelijk.
De
omstandigheid dat er geen eerdere nachtelijke ontsnappingen hebben plaatsgevonden, wil niet zeggen dat die controles dus niet nodig zijn. Misschien zijn die ontsnappingspogingen juist door de controles voorkomen. Klager verbleef in de gevangenis in het
normale algehele regime. Hij verblijft nu in de gevangenis Alphen aan den Rijn. De controles worden in beginsel alleen visueel uitgevoerd. Alleen als een gedetineerde op zijn bed echt tegen de muur aan ligt, is hij niet meer zichtbaar voor het
controlerende personeel en moeten zij iets doen om zijn aanwezigheid te kunnen registreren. Indien bij de controles klager steeds wakker wordt gemaakt, dan zou dat in strijd met de daarvoor gegeven instructies zijn gebeurd. Het aantal controles is
inmiddels wel via een bij de celdeur hangende lijst bijgehouden. Mogelijk hanteert de gevangenis De IJssel een ander, strikter, veiligheidsbeleid dan andere inrichtingen. Voor deze gevallen bestaat namelijk geen landelijk beleid. De directeur vindt
overigens dat een dergelijk beleid er wel zou moeten zijn.
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verblijft nu in de gevangenis Alphen aan den Rijn en wordt daar niet meer onderworpen aan nachtelijke controles. Klager is van mening dat, indien de beklag– en beroepscommissie hebben aangegeven dat de nachtelijke controles niet deugen, het
voor
de directeur zou moeten ophouden. Overigens is klager met de beklagcommissie van mening dat, indien de directeur controles noodzakelijk acht, er andere – voor klager minder ingrijpende – mogelijkheden zouden zijn voor aanwezigheidscontroles. Klager
verbleef overigens al op een afdeling en verblijfsruimte die was aangepast aan zijn status van levenslang gestrafte. Er was al sprake van extra beveiliging, zodat de zin van die nachtelijke controles wordt betwijfeld. Klager is van mening dat, als er
geen sprake is van concrete aanwijzingen voor een ontvluchtingspoging, geen controles zouden mogen worden gehouden. Klager vraagt zich overigens af waarom er tussen de inrichtingen zoveel verschil wordt gemaakt. Klager is uiteindelijk overgeplaatst
naar
Alphen aan den Rijn. Hij verblijft daar met nog vijf andere levenslang gestraften. De veiligheidsmaatregelen aldaar zijn veel minder zwaar. Klager heeft gedurende achttien maanden de nachtelijke controles moeten ondergaan. Daardoor is met enige
regelmaat zijn nachtrust verstoord. Bij de onderhavige controles werd klager immers regelmatig wakker gemaakt. De medewerkers van de inrichting kunnen hem namelijk, als hij op bed ligt, al heel snel niet meer zien. Daarom gebruikten zij ofwel een
zaklamp of zij maakten zoveel lawaai, dat klager wakker werd en bewoog.
3. De beoordeling
De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie om proces-economische redenen vernietigen en het beklag opnieuw – ten gronde – beoordelen.
De beroepscommissie stelt vast dat klager gedurende langere tijd onderworpen is geweest aan nachtelijke aanwezigheidscontroles. Door de directeur is aangegeven dat die aanwezigheidscontroles in de gevangenis De IJssel worden doorgevoerd bij alle
gedetineerden die de status ‘vluchtgevaarlijk’ hebben (omdat zij op lijst 2 van vluchtgevaarlijke gedetineerden staan) en dat de beslissing om dergelijke controles door te voeren geen landelijk beleid is maar ter (eigen) beoordeling is van de
directeur.
De beroepscommissie is ambtshalve bekend met het gegeven dat gedetineerden die tot een levenslange gevangenisstraf zijn veroordeeld, automatisch worden geplaatst op die hiervoor genoemde lijst 2. Hoewel de beroepscommissie dit automatisme op zich niet
onjuist acht, is dit een bestaand gegeven waarop de beroepscommissie geen invloed kan uitoefenen. Nu evenwel het veiligheidsbeleid ten aanzien van op die lijst 2 vermelde gedetineerden ter beoordeling is aan de directeur, had het – zeker waar het
gedetineerden betreft die automatisch op die lijst 2 worden geplaatst – voor de hand gelegen dat de directeur steeds een risicoanalyse zou laten opstellen, waarin de feitelijke vluchtgevaarlijkheid op individueel niveau wordt getaxeerd. Door dit na te
laten heeft de directeur de hem toekomende beleidsvrijheid onvoldoende zorgvuldig toegepast. Dat maakt dat moet worden geoordeeld dat de beslissing om klager te onderwerpen aan nachtelijke (aanwezigheids)controles – bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen – onredelijk en onbillijk moet worden geacht. Het beklag zal daarom gegrond worden verklaard.
Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet ongedaan gemaakt kunnen worden, komt aan klager een financiële tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de hoogte van die tegemoetkoming vaststellen op € 100,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart het beklag gegrond en stelt vast dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 juli 2007.
secretaris voorzitter