Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7708/GA, 7 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:07-12-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7708/GA

              

Betreft [klager]

Datum 7 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, vanwege een positieve score op alcohol, ingaande op 15 mei 2020.

De beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft op 22 juli 2020 het beklag ongegrond verklaard (ZB-2020-253). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. J.F. van der Brugge, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman, mr. J.F. van der Brugge, en namens de inrichting, […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, gehoord op de zitting van 14 april 2021 in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Het horen van partijen heeft plaatsgevonden via een telehoorvoorziening van de locatie Zuyder Bos.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De uitspraak van de beklagrechter is uitsluitend op basis van de stukken tot stand gekomen. Klager heeft niet kunnen reageren op het door de directeur ingenomen standpunt, er heeft geen hoor en wederhoor plaatsgevonden. Het standpunt van de directeur dat het door de winkel geleverde mondwater alcoholvrij is en dat uit navraag bij de tandarts zou zijn gebleken dat in mondwater geen component alcohol wordt verwerkt, is niet juist. Alcohol kan een forse component van mondwater zijn en ook op het etiket van het door klager via de winkel aangeschafte mondwater staat dat het alcohol bevat. Daarnaast heeft klager uitgevonden dat ook de in de inrichtingswinkel verkochte krabsalade alcohol als ingrediënt bevat. Klager is moslim en heeft niet (bewust) alcohol tot zich genomen. Nu hij positief is getest op alcohol (een minimale overschrijding van de minimumwaarde) moet dit veroorzaakt zijn door een niet aan hem te wijten oorzaak.

Ter zitting van de beroepscommissie toont klager een fles Listerine. Deze fles heeft hij van een andere gedetineerde gekregen. Hierin zit alcohol. Klager ontkent bewust alcohol te hebben gebruikt. Het komt af en toe voor dat je het mondwater doorslikt. Klager had de fles Listerine en een fles mondwater die hij in de inrichtingswinkel had gekocht.

De Listerine die klager van een medegedetineerde heeft aangenomen, is kennelijk niet als contrabande aangemerkt. Klager is een belijdend moslim en drinkt geen alcohol. Hem valt niets te verwijten.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft na de positieve urinecontrole klagers verklaring serieus bekeken en aan het laboratorium de vraag voorgelegd of de hoeveelheid alcohol die in de krabsalade verwerkt is een positieve uitslag op ethanol kan opleveren. Dat is volgens het hoofd klinisch farmaceutisch & toxicologisch laboratorium van de Gelre ziekenhuizen zeer onwaarschijnlijk.

De fles Listerine die klager toont is niet in de inrichtingswinkel verkrijgbaar. In de inrichtingswinkel is een ander merk verkrijgbaar, Aquafresh, en deze bevat geen alcohol. Klager neemt zelf het risico door de fles Listerine van een andere gedetineerde aan te nemen. Overigens is het niet raadzaam mondwater door te slikken. De aan klager opgelegde disciplinaire straf is conform het sanctiebeleid.

 

3. De beoordeling

Voor zover door klager wordt geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep ten gronde wordt beoordeeld.

De beroepscommissie stelt als onbestreden vast dat klager positief heeft gescoord op ethanol (alcohol). Het gebruik van alcohol in de inrichting is niet toegestaan en is naar het oordeel van de beroepscommissie een gedraging die onverenigbaar is met de orde en veiligheid in de inrichting dan wel de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Gelet op artikel 51, eerste lid, onder a van de Pbw kan de directeur voor dit feit aan klager een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel.

Klager stelt geen alcohol te hebben genuttigd en heeft ter zitting van de beroepscommissie een fles Listerine getoond die hij van een medegedetineerde heeft gekregen. In de inrichtingswinkel is Listerine niet verkrijgbaar maar een ander merk mondwater dat geen alcohol bevat. De beroepscommissie is van oordeel dat klager door het aannemen en gebruiken van Listerine van een medegedetineerde het risico heeft genomen dat de hierin opgenomen alcohol leidt tot een positieve score, hetgeen voor zijn eigen rekening komt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 7 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. Jongsma, voorzitter, drs. H. Heddema en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door

mr. R. Kokee, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven