Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7067/GM, 7 juni 2021, beroep
Uitspraakdatum:07-06-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7067/GM

    

           

Betreft [Klager]

Datum 7 juni 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Achterhoek te Zutphen (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij na een rugoperatie geen fysiotherapie-behandeling heeft gekregen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw, mr. J Klomp, en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft geen fysiotherapie gehad. Ten onrechte wordt er door de medisch adviseur gezegd dat klager niet in zijn genezing is beperkt. Als klager daadwerkelijk behandeld zou zijn door de fysiotherapeut, zou de revalidatie misschien sneller zijn gegaan. Klager heeft lange tijd met pijn rondgelopen en dit is enkel met pijnmedicatie onderdrukt. De fysiotherapeut heeft aangegeven dat voor zware en ernstige gevallen behandeling binnen de PI mogelijk is, ook tijdens de getroffen maatregelen ter verdere voorkoming van het coronavirus. Bij een revalidatie na een herniaoperatie is er sprake van een dergelijk uitzonderingsgeval.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

De inrichtingsarts heeft niet gereageerd op het beroepschrift.

 

3. De beoordeling

Klager heeft op 4 maart 2020 een hernia-operatie ondergaan. De specialist heeft voor revalidatie fysiotherapie voorgeschreven. In de PI heeft klager één keer een behandeling bij de fysiotherapeut gehad. Daarna werden verdere behandelingen, vanwege de getroffen maatregelen ter voorkoming van de verdere verspreiding van het coronavirus, (tijdelijk) gestopt. Dit was ook buiten de detentiesituatie het geval. In die periode konden patiënten slechts door een fysiotherapeut behandeld worden, indien er sprake was van een uitzonderlijk geval. Gelet op het dossier is de beroepscommissie van oordeel dat er bij klager geen sprake was van een uitzonderlijk geval, waarbij fysiotherapeutische behandeling absoluut noodzakelijk was. Met pijnmedicatie kon in dit geval worden volstaan. Dat klager wellicht sneller zou zijn hersteld van zijn operatie voor zijn hernia, zoals de raadsvrouw veronderstelt, doet aan het voorgaande geen afbreuk. De beroepscommissie slaat daarbij mede acht op het gegeven dat klager redelijk kort na zijn operatie, op 8 mei 2020, voetbalde.

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud). De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 7 juni 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven