Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0296/GA, 18 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/296/GA

betreft: [klager] datum: 18 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 februari 2007 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 mei 2007, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en de unit-directeur, [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek om een financiële tegemoetkoming in de studiekosten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft drieëntwintig jaar in het onderwijs gewerkt en wil na zijn detentie weer in die richting werkzaam zijn. De eerste module van € 62,20 van de opleiding psychologie bij de Open Universiteit is door de inrichting vergoed. Het gaat in totaal om
twaalf modules, ongeveer vier per jaar. De opleiding sociale hygiëne, die klager inmiddels heeft afgerond, vergroot zijn kans op de arbeidsmarkt.
Klager heeft ongeveer € 300,= op zijn rekening-courant. Klager heeft nog een schuld van € 16.000,=, waarvoor een betalingsregeling is afgesproken van minimaal € 100,= per maand. Klager verdient nu € 32,= per week, maar dat is niet voldoende om de
studie
te betalen. Klager krijgt ook nog geld van familie. De circulaire van 20 juni 1988, nr. 361/388 (met betrekking tot schriftelijke studies van gedetineerden) (hierna: de circulaire) is van toepassing en klager voldoet aan alle daarin gestelde
voorwaarden.

De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de circulaire wordt aangegeven dat indien de gedetineerde over voldoende geldmiddelen beschikt geen tegemoetkoming in de studiekosten zal worden verstrekt. Klager heeft voldoende financiële middelen om € 20,= per maand voor zijn studie te betalen.
Voorts kan, gezien de resterende detentietijd van vier jaar, slechts de helft van de studie psychologie worden afgerond.
Klager is voor de aanvang van de studie sociale hygiëne er op gewezen dat het examen voor eigen rekening was. Klager is hiermee akkoord gegaan en heeft een machtiging getekend.

3. De beoordeling
De circulaire van 20 juni 1988, nr. 361/388 met betrekking tot schriftelijke studies van gedetineerden vormt voor de beoordeling van de vraag of klager in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de studiekosten het beslissende kader.
In onderdeel 1 van de circulaire worden de criteria vermeld, die door de directeur bij de behandeling van een verzoek om een tegemoetkoming in de studiekosten in acht moeten worden genomen.
De beroepscommissie stelt vast dat door de directeur niet is bestreden dat klager – voor zover van belang – aan deze criteria voldoet.
In onderdeel 2 van de circulaire is als weigeringgrond opgenomen het beschikken over voldoende eigen middelen. Ter zitting heeft klager verklaard dat er € 300,= op zijn rekening-courant staat en dat hij in de inrichting € 32,= per week verdient. Naar
het oordeel van de beroepscommissie kunnen uit die verdiensten de kosten van de modules van de Open Universiteit redelijkerwijze worden bestreden.

Voorts is klager vooraf op de hoogte gesteld van het feit dat hij de studie sociale hygiëne zelf diende te betalen. Klager heeft daarvoor een machtiging getekend. Daarbij gaat het om een eenmalig bedrag van € 100,= .

De beroepscommissie is van oordeel dat de weigering van de directeur om klager een financiële tegemoetkoming in de studiekosten toe te kennen niet onredelijk of onbillijk is nu klager over voldoende financiële middelen beschikt om de studiekosten zelf
te betalen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en dr. E.B.M. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 18 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven