Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21167/SJB, 4 mei 2021, schorsing
Uitspraakdatum:04-05-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer 21/21167/SJB

 

Betreft [verzoeker]

Datum 4 mei 2021

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker], geboren op [geboortedatum] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De selectiefunctionaris (hierna: verweerder) heeft op 29 april 2021 beslist verzoeker te plaatsen in de locatie Esserheem te Veenhuizen.

Verzoekers raadsman, mr. H.M. Dunsbergen, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van verweerder op het schorsingsverzoek en van het bezwaarschrift.

 

2. De beoordeling

De ontvankelijkheid

Gelet op artikel 78, vierde lid, in verbinding met artikel 71, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj), kan in beginsel pas om schorsing worden verzocht in de beroepsprocedure (dus nadat verweerder het bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard en verzoeker tegen die ongegrondverklaring beroep heeft ingesteld). Daarop kan alleen een uitzondering worden gemaakt als:

de beslissing van verweerder meer dan zes weken op zich laat wachten (artikel 18, vierde lid, van de Bjj); of
sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

 

Geen overschrijding van de termijn

Verweerder heeft het bezwaarschrift op 30 april 2021 ontvangen. Dat is minder dan zes weken geleden.

 

Wel uitzonderlijke omstandigheden

Verzoeker is in de locatie Esserheem geplaatst om een vervangende hechtenis te ondergaan. Een vervangende hechtenis kan in een inrichting voor volwassenen ten uitvoer worden gelegd (op grond van artikel 9, tweede lid, onder h, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw)). Klager verbleef evenwel in een Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI). Op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Bjj kan de vervangende hechtenis in zo’n geval ook ten uitvoer worden gelegd in de jeugdinrichting. In de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II 2012/13, 33498, nr. 3, §4.7) staat daarover:

Naar aanleiding van het advies van het College [van Procureurs Generaal] wordt het […] mogelijk gemaakt om de vervangende hechtenis in de jeugdinrichting ten uitvoer te leggen. Dit is bedoeld voor de gevallen waarin naast de jeugddetentie nog vervangende vrijheidsstraffen openstaan. Het is van belang dat deze aansluitend aan de jeugddetentie kunnen worden tenuitvoergelegd zodat onnodige overplaatsingen worden voorkomen.

Gelet hierop en nu de duur van de vervangende hechtenis (twintig dagen) beperkter is dan de bezwaartermijn (zes weken), zal de voorzitter het verzoek inhoudelijk beoordelen (vergelijk RSJ 19 maart 2020, S-20/3246/SJB).

 

Inhoudelijk oordeel

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van verweerder slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen bezwaar is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen.

Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval, nu verweerder zonder nadere motivering, in afwijking van het uitgangspunt van de wetgever, heeft beslist dat de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis zal plaatsvinden in een inrichting voor volwassenen in plaats van in een jeugdinrichting. Daarom zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop verweerder op het onderliggende bezwaar heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van verweerder met onmiddellijke ingang tot het moment waarop verweerder op het onderliggende bezwaar heeft beslist.

 

 

Deze uitspraak is op 4 mei 2021 gegeven door mr. P. de Bruin, voorzitter, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris                                                   voorzitter

Naar boven