Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/19332/TA;20/19334/TA;20/19335/TA 20/19336/TA; 20/19337, 11 mei 2021 beroep
Uitspraakdatum:11-05-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          20/19332/TA;20/19334/TA;20/19335/TA 20/19336/TA; 20/19337                

 

Betreft [klager]

Datum 11 mei 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.  de omstandigheid dat er van 10 mei 2019 tot 14 mei 2019 voor hem geen medische zorg was, ook niet toen hij daar op 11 mei 2019 om vroeg (Me 2019-195; in beroep 20/19332/TA);

b.  de omstandigheid dat zijn koelkast zonder zijn toestemming is uitgedaan, waardoor een en ander is bedorven (Me 2019-59; in beroep 20/19334/TA);

c.  beschadiging van diverse eigendommen in de periode van 10 tot 14 mei 2019 (Me 2019-196; in beroep 20/19334/TA);

d.  de omstandigheden dat klager zijn sub woofer heeft moeten inleveren en deze niet terugkrijgt en dat het display van de sub woofer is beschadigd (Me 2019-220; in beroep 20/19334/TA);

e.  beschadiging en/of het vies maken van zijn jas (Me 2020-7; in beroep 20/19334/TA);

f.   vermissing van (onder meer) Tupperware-bakjes, een glazen ovenschaal, drie flessen siroop, kruiden en specerijen bij zijn overplaatsing naar Eems 1 (Me 2020-9; in beroep 20/19334/TA).

g.  het niet uitreiken van een afschrift van de beslissing om hem af te zonderen op 9 januari 2019 (Me 2019-41; in beroep 20/19335/TA);

h.  het niet uitreiken van een inbeslagnameformulier van zijn mobiele telefoon (Me 2019-42; in beroep 20/19335/TA);

i.   een afzonderingsmaatregel van 10 mei 2019 tot 14 mei 2019 (Me 2019-192; in beroep 20/19336/TA);

j.   een afzonderingsmaatregel van 2 november 2019 tot 5 november 2019 (Me 2019-336; in beroep 20/19336/TA);

k.  een separatiemaatregel met cameratoezicht van 31 december 2019 tot 1 januari 2020 (Me 2020-5; in beroep 20/19336/TA);

l.   een afzonderingsmaatregel van 10 januari 2020 tot 16 januari 2020 (Me 2020-6; in beroep 20/19336/TA);

m. het verbieden van telefoongesprekken per 31 juli 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-262; in beroep 20/19337/TA);

n.  het verbieden van telefoongesprekken per 28 augustus 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-284; in beroep 20/19337/TA);

o.  het verbieden van bezoek per 28 augustus 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-285; in beroep 20/19337/TA);

p.  het verbieden van telefoongesprekken per 24 september 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-300; in beroep 20/19337/TA);

q.  het verbieden van bezoek per 24 september 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-301; in beroep 20/19337/TA);

r.   het verbieden van telefoongesprekken per 23 oktober 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-333; in beroep 20/19337/TA);

s.  het verbieden van bezoek per 23 oktober 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-334; in beroep 20/19337/TA);

t.   het verbieden van telefoongesprekken per 20 november 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-342; in beroep 20/19337/TA);

u.  het verbieden van bezoek per 20 november 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-343; in beroep 20/19337/TA);

v.  het verbieden van telefoongesprekken per 18 december 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-357; in beroep 20/19337/TA);

w. het verbieden van bezoek per 18 december 2019, voor de duur van maximaal vier weken (Me 2019-358; in beroep 20/19337/TA);

x.  het te laat uitreiken van poststukken van instanties zoals de commissie van toezicht en de RSJ (Me 2020-11; in beroep 20/19337/TA).

 

De beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen (hierna: de instelling) heeft op 17 december 2020:

-    de klachten a, b, c, d, e, f, i, j, k, voor zover dat beklag ziet op het cameratoezicht, l, n, o, p, q, r, s, t, u, v en w ongegrond verklaard;

-    klager niet-ontvankelijk verklaard in de klachten g, h, k, voor zover dat beklag ziet op de separatie, m en x.

 

De vijf uitspraken van de beklagrechter zijn bijgevoegd.

 

Klager heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld. Mr. P.P. van Rhijn heeft klager in beroep bijgestaan bij de klachten j, k, r, s en x.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en […], jurist bij de instelling, gehoord op de digitale zitting van 7 april 2021.

 

2. De beoordeling

Beklag m

De beroepscommissie treft in het dossier een telefoonmaatregel d.d. 31 juli 2019. Zij begrijpt dat het beklag zich daartegen richt. Dit beklag is tijdig ingesteld. De beroepscommissie zal de betreffende uitspraak van de beklagrechter daarom in zoverre vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag. Gelet op het oordeel van de beroepscommissie inzake de klachten n tot en met w (hieronder), in verbinding met de betreffende uitspraak van de beklagrechter, zal de beroepscommissie het beklag ongegrond verklaren.

 

Beklag x

De beroepscommissie is van oordeel dat beklag openstaat tegen een vermeende schending van het recht om (tijdig) (geprivilegieerde) post te ontvangen. De beroepscommissie zal de betreffende uitspraak van de beklagrechter daarom in zoverre vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

 

Uit de inlichtingen van het hoofd van de instelling komt naar voren dat klagers post in zijn postvakje wordt gelegd, dat het in beginsel zijn verantwoordelijkheid is om deze te pakken en dat klager (in de periode waarover hij zich beklaagt) niet steeds in afzondering heeft verbleven. In de tussentijd had klager zijn post kunnen pakken. Toen klager intern werd overgeplaatst, is de post alsnog aan hem uitgereikt. De beroepscommissie ziet geen reden om aan deze informatie te twijfelen. Gelet daarop zal de beroepscommissie het beklag ongegrond verklaren.

 

De overige klachten

Hetgeen in beroep is aangevoerd inzake de overige klachten kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagrechter. Ten aanzien van de klachten r tot en met w hecht de beroepscommissie er nog aan om te benadrukken dat de maatregelen niet alleen zijn opgelegd vanwege de aangetroffen mobiele telefoons, maar ook vanwege klagers gedrag in de instelling in die periode. De beroepen zullen daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter inzake beklag m en x, verklaart klager alsnog ontvankelijk in deze klachten, maar verklaart deze klachten ongegrond.

De beroepscommissie verklaart de beroepen voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraken van de beklagrechter.

 

Deze uitspraak is op 11 mei 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, drs. M.R. Daniel en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven