Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8448/TA, 4 mei 2021, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8448/TA

               

Betreft [klager]

Datum 4 mei 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.  het opschorten van zijn transmuraal verlof per 19 augustus 2020 (Me 2020-151);

b.  het beperken van klagers bewegingsvrijheid tot de unit per 19 augustus 2020 (Me 2020-152);

c.  het verbieden van telefooncontact per 19 augustus 2020 (Me 2020-153);

d.  het verbieden van bezoek per 19 augustus 2020 (Me 2020-154).

De beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen (hierna: de instelling) heeft op 28 oktober 2020 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. A.R. Ytsma, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn opvolgend raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns en […], jurist bij de instelling, gehoord op de digitale zitting van 7 april 2021.

 

2. De beoordeling

De beroepscommissie merkt met betrekking tot beklag a op dat zij slechts oordeelt over de opschorting van klagers transmuraal verlof tot 28 oktober 2020. Dat is de datum waarop de beklagrechter het onderzoek (ter zitting) heeft gesloten.

De beklagrechter kon in de uitspraak waartegen het beroep is gericht – en waartoe het beroep dus ook is beperkt – immers geen rekening houden met omstandigheden van na 28 oktober 2020. Tegen het voortduren van de opschorting van het verlof na die datum, kan/kon klager opnieuw beklag instellen, zodat het voortduren van de opschorting in die periode wederom eerst door de beklagrechter (of beklagcommissie) wordt beoordeeld. De beroepscommissie kan pas daarna – als een van de partijen beroep instelt tegen de uitspraak van de beklagrechter of beklagcommissie – over deze periode oordelen.

Met inachtneming van het voorgaande kan hetgeen in beroep is aangevoerd onder a tot en met d, naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

 

 

Deze uitspraak is op 4 mei 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, drs. M.R. Daniel en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven