Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5008/GA, 19 april 2021, beroep
Uitspraakdatum:19-04-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-19/5008/GA

 

Betreft [Klager]

Datum 19 april 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om diverse artikelen aan te schaffen via de buitenwinkel.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 14 oktober 2019 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (G-2019-704). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

Namens de beroepscommissie zijn op 2 februari 2021 bij de directeur nadere inlichtingen opgevraagd. De reactie van de directeur is op 4 februari 2021 bij het secretariaat van de Raad binnengekomen en is ter kennisgeving aan klager en zijn raadsvrouw toegezonden. Hierop is op 1 maart 2021 een reactie van de raadsvrouw ontvangen, die eveneens aan de directeur ter kennisgeving is toegezonden.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

In paragraaf 3.7 van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichting (hierna: de Regeling) staat het volgende opgenomen: “U heeft, binnen door de directeur te stellen grenzen, recht op aankoop van artikelen die niet in het assortiment van de penitentiaire inrichting te verkrijgen zijn/ buitenwinkel”. In de huisregels van de PI Sittard staat onder het kopje ‘Winkel’ dezelfde tekst vermeld. De directeur heeft aangevoerd dat in de huisregels staat vermeld dat alle artikelen en artikelsoorten die in de gedetineerdenwinkel verkrijgbaar zijn, niet mogen worden ingevoerd. Deze regel staat echter opgenomen onder het kopje ‘Invoer’ en niet onder ‘Winkel’. Deze passage heeft geen betrekking op de inrichtingswinkel, maar op de in- en uitvoer van artikelen, zoals kleding door relatiebezoek. Voor het invoeren van kleding en dergelijke door relaties zijn aparte formulieren beschikbaar en deze hebben niets met de inrichtingswinkel van doen.

De ratio van de mogelijkheid om producten bij een buitenwinkel aan te schaffen, is gelegen in het feit dat de inrichtingswinkel een beperkt assortiment heeft en dat producten die niet bij de inrichtingswinkel kunnen worden aangeschaft via een buitenwinkel (moeten) kunnen worden gekocht. De directeur is blijkens het verweerschrift van mening dat de buitenwinkel uitsluitend is bedoeld om gedetineerden, die geen relaties hebben, in staat te stellen om bijvoorbeeld kleding aan te schaffen. De directeur geeft met deze overweging een te beperkte uitleg aan de hiervoor genoemde bepaling uit de Regeling. De artikelen die klager wilde aanschaffen via de buitenwinkel waren allemaal niet verkrijgbaar in de inrichtingswinkel, althans niet op 27 juli 2019, het moment waarop klager verzocht deze aankopen te doen via de buitenwinkel. Daarbij is het overigens volgens klager onjuist dat in de uitspraak van de beklagcommissie staat opgenomen dat hij heeft verklaard dat hem is verteld dat de gewenste artikelen ook in de winkel verkrijgbaar zouden zijn.

In een aanvullende reactie heeft klager een winkellijst van 29 oktober 2019 overgelegd, teneinde aan te tonen dat de ordners, tabbladen, plastic hoesjes, sudoku puzzelboekjes, milkshakepoeder om af te vallen en de A5 enveloppen niet verkrijgbaar waren in de inrichtingswinkel. Bovendien werden A5 enveloppen indertijd niet verstrekt door het personeel.

Standpunt van de directeur

Naar aanleiding van de nader opgevraagde inlichtingen heeft de directeur het volgende aangevoerd. In de huisregels is opgenomen dat alle artikelen en artikelsoorten die in de gedetineerdenwinkel verkrijgbaar zijn niet mogen worden ingevoerd. Dit impliceert dat voedingsmiddelen, zoals blikgroenten, sauzen, fruit en ontbijtproducten, niet mogen worden ingevoerd. Dit geldt ook voor toiletartikelen, zoals scheermesjes, scheergel en eau de toilette. Dieetvoeding (poeder voor shakes) is uitsluitend toegestaan wanneer dit is voorgeschreven door de arts. Enveloppen kunnen gedetineerden verkrijgen via het afdelingspersoneel. Ordners met inhoud en puzzelboekjes die niet op de winkellijst staan, mogen niet worden ingevoerd. Een winkellijst van 2019 is niet meer beschikbaar, nu inmiddels de winkels zijn gecentraliseerd en de PI Sittard onder de winkelvoorziening van PI Ter Peel valt.

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid van klager in beklag

Het beklag ziet op de afwijzing van klagers verzoek om artikelen aan te schaffen via de buitenwinkel. De afwijzing houdt in de handgeschreven mededeling “U kunt geen artikelen via de buitenkantine bestellen”, afkomstig van het afdelingshoofd, zoals vermeld op de achterzijde van de enveloppe die klager had gebruikt voor het indienen van zijn verzoek op 27 juli 2019. Dit betreft een beslissing door of namens de directeur waartegen beklag openstaat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). De beroepscommissie zal daarom de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie inhoudelijk op het beklag beslissen.

Inhoudelijk

Uit artikel 44, vijfde lid, van de Pbw volgt dat in de huisregels regels worden gesteld omtrent de aankoop door gedetineerden van andere gebruiksartikelen dan die welke door de directeur ter beschikking worden gesteld. In hoofdstuk 3.7 van de huisregels van de PI Sittard is bepaald dat klager, binnen door de directeur te stellen grenzen, recht heeft op aankoop van artikelen via de buitenwinkel die niet in het assortiment van de inrichting te verkrijgen zijn.

De aanschaf van de door klager gewenste producten is afgewezen met de enkele motivering dat klager geen producten via de buitenwinkel kan bestellen. Die beslissing is gelet op het in hoofdstuk 3.7 van de huisregels omschreven recht niet zonder meer begrijpelijk. Voor zover de directeur in het verweerschrift heeft aangevoerd dat in de huisregels is opgenomen dat alle artikelen en artikelsoorten die in de gedetineerdenwinkel verkrijgbaar zijn niet mogen worden ingevoerd, overweegt de beroepscommissie dat die bepaling ziet op de in- en uitvoer van goederen en niet op de aankoop van artikelen via de buitenwinkel. Verder blijkt uit de door klager meegestuurde winkellijst van 29 oktober 2019 dat een deel van de door klager gewenste producten niet in de gedetineerdenwinkel verkrijgbaar was. Gelet op het voorgaande is de beslissing van de directeur onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beklag daarom gegrond verklaren.

Nu het de beroepscommissie ambtshalve bekend is dat klager inmiddels niet meer in de PI Sittard verblijft, zal zij de directeur niet opdragen een nieuwe beslissing te nemen. Zij ziet aanleiding in plaats daarvan aan klager een tegemoetkoming toekennen. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €10,-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €10,-.

 

Deze uitspraak is op 19 april 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. dr. J. de Lange, voorzitter, U.P. Burke en mr. D.R. Sonneveldt, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven