Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0443/GA, 6 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:06-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/443/GA

betreft: [klager] datum: 6 juni 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 februari 2007 van de beklagcommissie bij de gevangenis De Geerhorst te Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.W.J. Faber, en [...], unit-directeur bij de gevangenis De Geerhorst.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager zijn laptop niet op cel mag gebruiken.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers raadsman heeft overeenkomstig de aan deze uitspraak gehechte pleitnotitie het woord gevoerd. De inhoud van deze pleitnotitie geldt als hier herhaald en ingelast. Klager heeft daaraan het volgende – zakelijk weergegeven – toegevoegd. Doordat
klager zijn laptop niet op cel mag gebruiken, wordt hij gefrustreerd in zijn opleiding. Nu moet hij studeren in vaak rumoerige ruimten. Klager is dankzij zijn eigen doorzettingsvermogen voor zijn eerste examen geslaagd. Hij krijgt niet alle rust en
ruimte om te studeren. Als het een probleem is dat er medegedetineerden op klagers cel komen, zou klager bij het openen van de celdeuren de laptop aan het personeel kunnen geven en zou hij bij het insluiten zijn laptop weer terug kunnen krijgen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Spelcomputers met mediafaciliteiten zijn in de inrichting niet toegestaan. Er worden wel spelcomputers toegelaten die die faciliteiten niet hebben. De X-box van het eerste type, verzegeld door Microsoft, is toegestaan. Deze spelcomputer is relatief
makkelijk te controleren. Dit in tegenstelling tot de laptop. De controle daarvan duurde een week. Als de laptop op cel wordt gehouden, is deze slecht te controleren. Er komen ook medegedetineerden in klagers cel. Het is relatief makkelijk om iets
binnen te smokkelen waarmee aan de laptop meer functies kunnen worden gegeven. Op die manier zouden bijvoorbeeld vluchtplannen kunnen worden gemaakt.

3. De beoordeling
In de huisregels van de gevangenis De Geerhorst staat in onderdeel 4.5.1.1 (onder het kopje Verboden voorwerpen) onder meer dat het de gedetineerde niet is toegestaan om een (spel)computer met een harddisc, een mogelijkheid tot opslagcapaciteit en/of
communicatiemogelijkheden onder zijn berusting te houden. Dit is een algemene voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel. Tegen een dergelijk verbod staat in beginsel geen beklag en beroep open, tenzij er sprake zou zijn van
strijd met hogere wet- of regelgeving.

De beroepscommissie is met de beklagcommissie van oordeel dat een laptop als de onderhavige valt onder de in de vorige alinea bedoelde verbodsbepaling. Aangezien het beklag zich richt tegen voor alle gedetineerden geldende regelgeving en van strijd met
hogere wet- of regelgeving niet gebleken is, komt de beroepscommissie tot het oordeel dat klager niet had behoren te worden ontvangen in zijn beklag. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en klager zal alsnog
niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 6 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven