nummer: 07/716/TA
betreft: [klager] datum: 3 juli 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming van 20 maart 2007 van de beklagcommissie bij de Prof.Mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de verlenging van het afdelingsarrest en de weigering van het bezoek, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. De inrichting heeft negen maanden lang vergeten de beslissing tot het opleggen van afdelingsarrest te verlengen. In een andere zaak kreeg een medepatiënt € 5,= per keer.
Vergeleken hiermee is een tegemoetkoming van € 10,= bespottelijk laag.
Toen klager in de oranje-plus-fase zat werd hij ’s-avonds afgezonderd op zijn kamer. Klager kreeg twee maal per week corveetaken opgelegd en werd niet tenminste vier uur per dag uitgesloten. Verder is klagers bezoek geweigerd zonder dat dat te maken
had
met de weigering van de corveetaken.
Het hoofd van de inrichting heeft daarop als volgt gereageerd. De tegemoetkoming van
€ 10,= is vastgesteld nadat de beklagcommissie had vastgesteld dat de inrichting tweemaal ten onrechte heeft nagelaten een schriftelijke mededeling uit te reiken met betrekking tot de verlenging van het afdelingsarrest en de weigering van bezoek. De
beklagcommissie oordeelde dat de maatregelen niet onrechtmatig waren, doch slechts de formele vereisten niet geheel waren nageleefd. De beklagcommissie heeft terecht een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld. Klager voert verder inhoudelijke gronden
aan
tegen de opgelegde maatregelen. Klager heeft daarentegen reeds eerder beroep ingesteld en dit vervolgens ter zitting van de beroepscommissie ingetrokken. Het hoofd van de inrichting verwijst naar de uitspraak van de beroepscommissie van 17 augustus
2006
met nummer 06/1736/TA.
3. De beoordeling
Voor zover klager heeft bedoeld tevens beroep in te stellen tegen de uitspraak van de beklagcommissie van 18 mei 2006, kan hij daarin niet worden ontvangen. De beroepscommissie heeft op 17 augustus 2006 met nummer 06/1376/TA uitspraak op dat beroep
gedaan. Over de beklagonderdelen die ten grondslag liggen aan de bestreden tegemoetkomingsbeslissing, blijkt uit de uitspraak van 17 augustus 2006 dat het beroep in die zaken is ingetrokken. Een eenmaal ingetrokken beroep kan niet nogmaals in
behandeling worden genomen. De beroepscommissie kan thans alleen oordelen over de tegemoetkomingsbeslissing.
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Als maatstaf daarvoor kunnen
dienen de gemiste activiteiten of faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het gedurende een aantal maanden niet ontvangen van een schriftelijke mededeling omtrent het verlengen van het afdelingsarrest en omtrent de weigering van het
bezoek
in het weekend van 21 januari 2006. Hiervan uitgaande is een tegemoetkoming van € 10,= onjuist. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 30,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.M. van der Vaart, voorzitter, drs. G.A.M. Mensing en mr. A.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 3 juli 2007
secretaris voorzitter