Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5823/GA, 7 juni 2021, beroep
Uitspraakdatum:07-06-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/5823/GA

    

Betreft [klager]

Datum 7 juni 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet verstrekken van zijn medicatie op 5 december 2019.

 

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 31 december 2019 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,-    (G-2019-000934). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

 

Klagers raadsman, mr. P. van de Kerkhof, heeft namens klager beroep ingesteld tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Hoewel het beklag gegrond is verklaard, is de toegekende compensatie onvoldoende voor de gevolgen die klager heeft ondervonden door het niet verstrekken van zijn medicatie.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft zijn standpunt in beroep niet nader gemotiveerd.

 

3. De beoordeling

De beklagrechter heeft het beklag van klager over het niet verstrekken van zijn medicatie in de ochtend van 5 december 2019 gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming toegekend van €10,-. Klager vindt de toegekende tegemoetkoming onvoldoende voor de – overigens in beroep niet nader toegelichte - gevolgen die hij heeft ondervonden. In het klaagschrift staat onder meer vermeld dat klager zeer verbolgen was over het feit dat hij geen medicijnen kreeg en dat hij vervolgens uit frustratie zijn hand kapot heeft geslagen, waardoor hij letsel heeft opgelopen.

 

De beroepscommissie stelt voorop dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. Voor zover het beroep ziet op het verkrijgen van een eventuele schadevergoeding staan voor klager andere wegen open.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde.

 

Deze uitspraak is op 7 juni 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door            mr. K. Kiela, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven