nummer: 06/3228/GA
betreft: [klager] datum: 7 juni 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 1 december 2006 van de beklagcommissie bij de locatie De Marwei te Leeuwarden,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 11 april 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting De Grittenborgh te Hoogeveen, zijn gehoord klager en de unit-directeur, [...].
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van vijf dagen in afwachting van overplaatsing naar een andere penitentiaire inrichting van 30 juli 2006 tot 4 augustus 2006.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat hij te lang in een afzonderingscel heeft verbleven. Nadat de disciplinaire straf was geëindigd had hij ook op een gewone cel in afzondering kunnen worden geplaatst. Door deze afzondering loopt hij arbeidsloon en diverse
privileges mis. De arts is maar twee keer langs geweest in veertien dagen. Klager had geen goed contact met de arts.
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De ordemaatregel van afzondering in een afzonderingscel van 30 juli 2006 volgde op een disciplinaire straf van veertien dagen strafcel wegens gebruik van geweld tegen een medegedetineerde. Klager kon niet meer binnen de inrichting worden herplaatst en
zijn overplaatsing was aangevraagd.
Klager is dagelijks door een verpleegkundige van de medische dienst bezocht.
3. De beoordeling
Nu klager, hetgeen door hem niet wordt bestreden, wegens een vechtpartij met een medegedetineerde niet meer geplaatst kon worden op een verblijfsafdeling binnen de inrichting, wordt de bestreden beslissing van de directeur – om klager in afwachting van
overplaatsing in afzondering te plaatsen in een afzonderingscel – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk geacht, zeker nu dit verblijf beperkt is gebleven tot vijf dagen.
Aannemelijk is dat klager voldoende medische begeleiding heeft gekregen.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. H. Heijs en L. Diepenhorst MPA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 juni 2007
secretaris voorzitter