Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/16391/TB, 15 maart 2021, beroep
Uitspraakdatum:15-03-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          20/16391/TB              

           

Betreft [klager]

Datum 15 maart 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 8 december 2020 beslist dat aan klager de LFPZ-status wordt toegekend.

Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep daartegen ingesteld.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift en aanvullingen daarop, de reactie op het beroepschrift en de aanvulling daarop, en de overige stukken.

 

2. De beoordeling

Klager heeft beroep ingesteld tegen de beslissing tot het toekennen van de LFPZ-status. De Bvt kent niet de mogelijkheid van beroep tegen een dergelijke beslissing. Wel staat beroep open tegen een beslissing van verweerder tot plaatsing in een LFPZ-voorziening, welke beslissing nog niet is genomen. Klager kan daarom niet in zijn beroep worden ontvangen.

Klager kan niet worden gevolgd in zijn stelling dat hij wel in zijn beroep ontvangen moet worden, omdat er blijkens navraag een wachtlijst van een jaar voor plaatsing in de longstayvoorziening van de Pompestichting te Zeeland is en hij in die tijd in strijd met de artikelen 2 en 17 Bvt geen op resocialisatie gerichte behandeling of therapie krijgt waarmee een behandelingang kan ontstaan, waardoor volgens klager bovendien sprake is van detentie die schending van artikel 5 EVRM oplevert.

Zoals de beroepscommissie in haar uitspraak RSJ 15 maart 2021, 20/16374/TA heeft overwogen, wordt klager tijdens zijn verblijf in FPC Dr. S. van Mesdag in afwachting van de plaatsing in een LFPZ-voorziening een vorm van behandeling gegeven die geen strijd met de artikelen 2 en 17 Bvt oplevert. Naar het oordeel van de beroepscommissie is in dat geval evenmin sprake van een met artikel 5 EVRM strijdig verblijf in genoemd FPC. 

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

 

 

Deze uitspraak is op 15 maart 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. van Holten, voorzitter, mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne en mr. drs. L.C. Mulder, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven