Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6277/TA, 15 maart 2021, beroep
Uitspraakdatum:15-03-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6277/TA

           

Betreft [klager]

Datum 15 maart 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.  de beslissing om geen verlof aan te vragen voor klager (PN 2019/205a);

b.  het uitblijven van een overplaatsing naar een behandelafdeling (PN 2019/205b) en

c.  de verhoging van zijn medicatie (PN 2019/235).

De beklagrechter bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 28 februari 2020 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klachten. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. M.W. Bouwman, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager stelt zich op het standpunt dat hij ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard in zijn klachten. Klager meent dat er sprake is van een weigering om te beslissen dan wel een beperking van enig recht.

Klager heeft een jaar op de opnameafdeling verbleven. Ondanks daartoe strekkende verzoeken is hij niet overgeplaatst naar een behandelafdeling. Door hem te weigeren op een behandelafdeling te plaatsen is sprake van schending van het aan artikel 17 te ontlenen recht op behandeling. Door het, bijna een jaar lang, weigeren te beslissen om hem naar een behandelafdeling over te plaatsen is sprake van het niet betrachten van de zorgplicht door de instelling. In het verlengde hiervan voert klager tevens aan dat ten onrechte is geweigerd voor klager verlof aan te vragen.

Klager beklaagt zich daarnaast over de verhoging van zijn medicatie. Het is klager niet duidelijk waarom hij deze medicatie krijgt en hij geeft zelf aan dat om hem onbekende redenen zijn medicatie wordt verhoogd. Klager voelt zich gediscrimineerd en stelt dat jegens hem onzorgvuldig wordt gehandeld. Klager dient ook ontvankelijk te worden verklaard in deze klacht, nu sprake is van het niet betrachten van de zorgplicht.

Standpunt van het hoofd van de instelling

Namens de instelling is gepersisteerd bij hetgeen reeds in het verweerschrift uiteen is gezet.

3. De beoordeling

Beklag a.

Klager is van mening dat hij te lang op een instroomafdeling heeft verbleven en dat sprake is van het niet betrachten van de zorgplicht van artikel 17 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt). Een vermeende schending van het aan artikel 17 van de Bvt te ontlenen recht op behandeling is alleen beklagwaardig als sprake is van het niet betrachten van de in dit artikel neergelegde zorgplicht. Indien sprake blijkt te zijn van de wijze van betrachten van de zorgplicht zal klager, gelet op artikel 56, vierde lid, van de Bvt niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

Uit de stukken leidt de beroepscommissie af dat klager onvoldoende gemotiveerd is voor zijn behandeling. Klager vindt dat hem niets mankeert, staat niet open voor therapie en hij herkent zich niet in de met hem besproken delictanalyse. De beroepscommissie is van oordeel dat in het onderhavige geval niet kan worden gesproken over het niet betrachten van genoemde zorgplicht. Klager is dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard inzake zijn beklag a. 

Beklag b. en c.

Hetgeen in beroep is aangevoerd inzake beklag b. en c. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a., b. en c. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden inzake beklag a.

 

 

Deze uitspraak is op 15 maart 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. van Holten, voorzitter, mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne en mr. drs. L.C. Mulder, leden, bijgestaan door mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven