Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0847/GB, 26 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:26-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/847/GB

Betreft: [klager] datum: 26 June 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 maart 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 januari 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring/ISD (h.v.b.) Rotterdam. Op 23 april 2007 is hij overgeplaatst naar de gevangenis De IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Het beroep is door klager als volgt toegelicht.
Klager had naar een half open inrichting gewild en is het er niet mee eens dat hij nu in een gesloten inrichting is geplaatst. Waarom hij niet op verlof mag, is volgens hem niet goed onderbouwd. Hij heeft vijftien maanden in het h.v.b. gezeten en moet
nog een jaar in detentie doorbrengen. Verder heeft klager nooit een rapport of een waarschuwing gekregen, ook niet tijdens de arbeid, waar hij volgens de selectiefunctionaris zo slecht functioneert. Bovendien is de arbeid maar een klein deel van de
detentie. Klager zet zich tijdens de arbeid wel in om de tijd te doden maar het is wel geestdodend werk (hoedjes vouwen). Natuurlijk heeft hij ook wel eens dagen dat hij er helemaal geen zin in heeft. Wat betreft dat hij eerst moet laten zien dat hij
negatief kan scoren op urinecontroles buiten een verslaafden begeleidingsafdeling (v.b.a.) merkt klager op, dat hij tijdens zijn detentie altíjd al negatief heeft gescoord op de urinecontroles. Klager begrijpt niet hoe hij zich nu nog meer moet
bewijzen, en vindt dat de afwijzing niet op goede redenen berust. Daarnaast voert klager aan dat hij de Cova- en Goldsteintreining ook in een halfopen inrichting zou kunnen volgen, zodat dat geen argument is om hem gesloten te plaatsen. Hij is nog
jong,
hij volgde een opleiding en wil daar mee verder gaan. De tijd die hij doorbrengt in een gesloten inrichting is weggegooide tijd. Hij kan er geen opleiding volgen, alleen maar hoedjes vouwen en daar wordt hij ook niet slimmer van.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In het selectievoorstel wordt omschreven dat klager diverse detenties heeft doorgebracht in diverse inrichtingen en meermalen een positieve urinecontrole heeft gehad. Klager geeft problemen op de arbeid, hij gedraagt zich ontwijkend, gaat regelmatig
uit
het zicht zitten en neemt geen initiatief. Voortdurend heeft hij correcties nodig maar gaat net niet zo ver, dat er een rapport opgemaakt zou moeten worden. Zijn inzet is onvoldoende en hij wordt omschreven als lui. In het kader van TR heeft men het
beter geacht dat hij eerst enkele trainingen gaat volgen voordat hij voor detentiefasering in aanmerking komt. Bovendien is van belang dat klager eerst aantoont dat hij ook buiten een v.b.a. drugsvrij kan blijven.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (nummer 5042803/00/DJI) komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt
vlucht-
en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is mede in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager eerst moet laten zien dat hij kan functioneren buiten een v.b.a., alvorens hij in aanmerking kan komen voor plaatsing in een inrichting
met een beperkt beveiligingsniveau. Hetgeen klager heeft aangevoerd is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 26 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven