Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0779/GA, 21 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/779/GA

betreft: [klager] datum: 21 juni 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak van 19 maart 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde gevangenis, gegeven op een klacht [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 mei 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, is [...], unit-directeur bij de gevangenis Zuyderbos, gehoord.
Klager heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing van de directeur tot afwijzing van klagers verzoek om incidenteel verlof.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is genomen door de directeur en niet door het gerechtshof zoals in de schriftelijke beslissing van 24 november 2006
abusievelijk staat vermeld. De directeur meent dat hij bevoegd is te beslissen op het verzoek om incidenteel verlof. Alleen beslissingen op verzoeken om strafonderbreking worden door de minister van Justitie genomen.
De beklagrechter is voorbijgegaan aan zijn beperkte rol als toetsend orgaan en is in zijn uitspraak te veel op de stoel van de directeur gaan zitten door de bestreden beslissing inhoudelijk te toetsen.
In het advies van de advocaat-generaal bij het ressortsparket te Amsterdam wordt nadrukkelijk gewezen op het gevaar van maatschappelijke onrust. De aanvraag is op deze grond afgewezen. De directie heeft niet tot taak te onderzoeken of er daadwerkelijk
sprake is van een risico op maatschappelijke onrust. Het advies van de advocaat-generaal mag dan in zeer algemene bewoordingen zijn gesteld, de directeur kan niet aan dit advies voorbijgaan. Gelet op het geweldsdelict waarvoor klager is veroordeeld, is
zijn gedrag voor zijn omgeving bedreigend te noemen.
Klager heeft zijn verzoek niet onderbouwd. Hij heeft geen schriftelijke verklaringen overgelegd over de schade die zijn horecazaak zou oplopen. Onlangs heeft klager een tweede verzoek om verlof ingediend. Het OM wijst in zijn reactie hierop onder meer
op de grote beroering die zijn strafzaak in IJmuiden teweeg heeft gebracht.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 32, eerste en tweede lid, onder l, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting beslist de minister van Justitie op een verzoek op incidenteel verlof indien de gedetineerde, al dan niet onherroepelijk, is veroordeeld tot
een
onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan twee jaar. Vast is komen te staan dat de directeur heeft beslist op de aanvraag van klager voor incidenteel verlof. Uit de brief van de directeur van 7 februari 2007 aan de commissie van toezicht komt naar
voren dat klager op 20 oktober 2005 in eerste aanleg is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Gelet hierop en op voormeld artikel had niet de directeur maar de minister de beslissing dienen te nemen. De bestreden beslissing van de directeur
is derhalve onbevoegd genomen. Het beklag is derhalve gegrond.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager in aanmerking voor een tegemoetkoming. De beroepscommissie stelt deze vast op
€ 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, prof.mr. C. Kelk en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 21 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven