Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0603/GA en 07/0604/GA, 20 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:20-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/603/GA en 07/604/GA

betreft: [klager] datum: 20 juni 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Arnhem Zuid,

gericht tegen de uitspraak van 19 februari 2007 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

en van het beroepschrift van klager, gericht tegen de beslissing van de beklagcommissie bij voormelde locatie van 19 februari 2007, voor zover daarin is bepaald dat aan klager een tegemoetkoming van tweemaal een uur extra luchten wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De zitting van de beroepscommissie van 7 mei 2007 is gehouden in de penitentiaire inrichting Ooyerhoek te Zutphen.

De raadsman van klager, mr. E. Maessen, heeft schriftelijk bericht dat klager en hij niet ter zitting zullen verschijnen.

De directeur van de locatie Arnhem- Zuid heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat er op 4 januari 2007 geen arbeid is aangeboden.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en een tegemoetkoming vastgesteld van tweemaal een uur extra luchten.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Als er geen arbeid is dan wordt al extra luchten gegeven. Normaal is het standaard bedrag
€ 10,= per één uur luchten. Klager wil graag een financiële tegemoetkoming in plaats van tweemaal extra luchten.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager is geplaatst op een Individuele Begeleidings Afdeling (IBA). De gedetineerden van deze afdeling krijgen arbeid aangeboden. Ingevolge art. 47 , tweede lid, Pbw, draagt de directeur zorg voor de beschikbaarheid van arbeid voor gedetineerden, voor
zover de aard van de detentie zich daar niet tegen verzet. Gezien de aard van de afdeling is niet alle arbeid geschikt voor de gedetineerden die op deze afdeling verblijven. Aangezien het beschikbare werk op 4 januari 2007 niet geschikt was voor de
aard
van de detentie is de arbeid niet doorgegaan.
Door het afdelingspersoneel is op 4 januari 2007 extra luchten aangeboden als vorm van compensatie voor het niet doorgaan van de arbeid.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 47, eerste lid, Pbw heeft de gedetineerde recht op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid. Het tweede lid van dat artikel bepaalt dat de directeur zorg draagt voor de beschikbaarheid van arbeid voor de gedetineerden,
voorzover de aard van de detentie zich daar niet tegen verzet.

Klager verblijft op de IBA.
Door de directeur is gesteld dat gezien de aard van de afdeling niet alle arbeid geschikt is voor de gedetineerden die op deze afdeling verblijven. Op 4 januari 2007 was geen geschikt werk beschikbaar voor de IBA en voor het niet doorgaan van de arbeid
is extra luchten aangeboden.
De beroepscommissie is van oordeel dat op de directeur een inspanningsverplichting rust om gedetineerden die aan de arbeid kunnen deelnemen ook arbeid aan te bieden. Het incidenteel uitvallen van de arbeid levert op zichzelf nog niet een schending van
deze inspanningsverplichting op. Wel zal dan een redelijk alternatief voor de uitgevallen arbeid moeten worden geboden.

In beginsel is het aan de directeur om te bepalen, op welke wijze een tegemoetkoming wordt aangeboden als een programma-activiteit (in dit geval arbeid) komt te vervallen. De door de directeur gemaakte keuze, zoals hiervoor omschreven, moet bij
afweging
van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk worden geacht.
De beroepscommissie zal het beroep van de directeur gegrond verklaren.
Nu het beroep van de directeur gegrond wordt verklaard is er geen grond voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond en het beroep van klager ongegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en dr. E.B.M. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 20 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven