Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1424/SJA, 13 juni 2007, schorsing
Uitspraakdatum:13-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/1424/SJA

Betreft: [klager] datum: 13 juni 2007

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen(Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen, door de beklagcommissie van de hieronder te
noemen inrichting doorgezonden klaagschrift, gedeeltelijk tevens verzoekschrift, van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Hartelborgt te Spijkenisse.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 71, eerste lid, Bjj, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van voormelde inrichting,
- naar de voorzitter begrijpt - inhoudende:
a) het niet doorgaan van verlof op 24 mei 2007 wegens personeelstekort,
b) afzondering vanaf 27 mei 2007 wegens betrokkenheid bij een vechtpartij, en
c) het niet doorgaan van een inhaalverlof op 1 juni 2007 vanwege de afzondering.

De directeur heeft, hoewel hem daarom op 6 juni 2007 per fax en op 8, 11 en 12 juni 2007 telefonisch is verzocht en op zowel op 11 als op 12 juni 2007 een reactie was toegezegd, geen schriftelijke inlichtingen aan de voorzitter verstrekt.

1. Het standpunt van verzoeker
Verzoeker heeft aangegeven dat het verzoek om schorsing ziet op de beslissing om zijn verlof op 24 mei 2007 niet door te laten gaan omdat er te weinig personeel was.
De contracten voor het verlof waren al getekend. De datum en tijd stonden vast. Zijn moeder had al vrij genomen. Op vrijdag 1 juni 2006 zou hij een inhaalverlof krijgen, maar dat is niet doorgegaan, omdat hij sinds 27 mei 2007 is afgezonderd vanwege
een
vechtpartij. Er was echter geen sprake van een vechtpartij, maar van stoeien met een vriend. Zij hebben dit beiden ook aangegeven. Daarbij heeft een personeelslid per ongeluk een hand in het gezicht gekregen. Dit kan geen fysieke geweldpleging worden
genoemd. Verzoeker wordt gek van de lange duur van de afzondering.

2. De beoordeling
Nu de directeur niet heeft gereageerd op het herhaalde verzoek om inlichtingen, acht de voorzitter voldoende termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek, voor zover dat ziet op afzondering die nog ten uitvoer wordt gelegd.

Voor zover de afzondering inmiddels is beëindigd, wijst de voorzitter het verzoek af, omdat verzoeker geen belang meer heeft bij schorsing van een maatregel die niet meer ten uitvoer wordt gelegd.

Voorts wijst de voorzitter het verzoek af voor zover dat betrekking heeft op het niet doorgaan van verloven, omdat de aard van die bestreden beslissingen zich niet leent voor schorsing. De voorzitter heeft immers geen bevoegdheid de directeur op te
dragen verlof toe te staan.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek, voor zover dat betrekking heeft op een nog lopende afzondering, toe en schorst de verdere tenuitvoerlegging van die afzondering.
De voorzitter wijst het verzoek voor het overige af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 13 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven