nummer: 07/717/GA
betreft: [klager] datum: 12 juni 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 13 maart 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) Nieuw Vosseveld te Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de b.g.g. Nieuw Vosseveld.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat aan klager geen arbeid wordt aangeboden, waardoor hij minder zijn cel uitkomt.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wil graag werken. Als er geen arbeid wordt aangeboden, wil klager worden gecompenseerd met andere activiteiten. Op afdeling L komen gedetineerden minder van hun cel af dan op andere soortgelijke afdelingen. Als je gaat werken, ben je er toch
drie
uurtjes uit. Als je niet naar de arbeid gaat, ga je er sociaal op achteruit. Klager verblijft inmiddels op een afdeling met een regime van algehele gemeenschap en werkt nu wel.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Voorheen werd er wel arbeid aangeboden op de b.g.g., maar dit is afgeschaft omdat er sprake was van een lage productiviteit, veel ziekmeldingen en sabotage. Daarnaast was er een tekort aan arbeidsplaatsen. Er worden vervangende activiteiten aangeboden.
Nu worden er evenveel uren activiteiten aangeboden als toen er arbeid was. Overigens krijgen de gedetineerden wel een financiële vergoeding.
3. De beoordeling
Klager beklaagt zich over het feit dat op de b.g.g. geen arbeid wordt aangeboden, waardoor hij minder lang buiten de deur zou zijn. In plaats van arbeid worden andere activiteiten aangeboden, waardoor klager even lang buiten de deur is, als toen er
arbeid werd aangeboden. Daarnaast ontvangt klager een financiële vergoeding. Gelet op het vorenstaande is voldoende aannemelijk geworden dat klager er door het verdwijnen van de arbeid niet op achteruit is gegaan. Derhalve zal het beroep ongegrond
worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 12 juni 2007
secretaris voorzitter