Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0103/GB, 11 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:11-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/103/GB

Betreft: [klager] datum: 11 juni 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 december 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Amerswiel te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 25 april 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Lelystad. Op 16 november 2006 is hij geplaatst in de b.b.i. Westlinge, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar de b.b.i. Amerswiel als volgt toegelicht.
Anders dan door de selectiefunctionaris wordt aangegeven, wordt klager wel degelijk bedreigd in de b.b.i. Westlinge. Hij is geschopt en bedreigd met een schroevendraaier. Als klager over het terrein van de b.b.i. loopt, wordt hij in niet al te fraaie
bewoordingen aangesproken en er vindt een vorm van uitlokking plaats door met opzet tegen hem aan te lopen. Klager is bang dat een en ander uit de hand kan lopen, waardoor zijn verlofmogelijkheden in het gedrang kunnen komen.

3.2. Bij brief van 5 maart 2007 heeft klager nog aangevoerd dat hem niet verweten kan worden dat een groep jongeren van Surinaamse en Antilliaanse afkomst hem aanvallen. Klager wil en kan zich niet verweren tegen die groep, mede omdat dit tot gevolg
zou kunnen hebben dat hij teruggeplaatst zou worden naar een huis van bewaring. Anders dan de rapportage van Westlinge vermeldt, heeft klager enkel deelgenomen aan de arbeid. Aan andere activiteiten heeft hij daar niet deelgenomen. Klager heeft ten
tijde van het schrijven van de brief nog steeds last van de bedreigingen en intimidaties. Hij wil graag zo snel mogelijk worden overgeplaatst.

3.3. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit de van de inrichting waar klager verblijft ontvangen inlichtingen komt naar voren dat door de inrichting maatregelen zijn genomen om de door klager genoemde bedreigingen te laten beëindigen. De betrokken medegedetineerden zijn inmiddels intern en
extern overgeplaatst. Blijkens de recent ontvangen informatie draait klager normaal mee op zijn verblijfsafdeling en is er geen sprake (meer) van bedreigingen en/of intimidatie van klager. Gelet daarop is er geen aanleiding om klager over te plaatsen.

3.4. De selectiefunctionaris heeft bij brief van 15 mei 2007 nadere informatie overgelegd. Daaruit komt naar voren dat in de inrichting niet bekend is dat klager nog steeds zou worden bedreigd. Hij heeft het personeel daar al geruime tijd niet meer
op aangesproken en ook is in die zin niet gerapporteerd door het personeel van het paviljoen waar hij verblijft.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden geacht. Blijkens de inlichtingen van de selectiefunctionaris, welke
worden onderbouwd door inlichtingen namens de directeur van de b.b.i. Westlinge, is er thans geen sprake meer van bedreigingen of intimidatie van klager. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven