Nummer R-20/7813/TA en R-20/7814/TA
Betreft [klager] Datum 13 januari 2021
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen:
a. een afzonderingsmaatregel, vanwege een vermoeden van middelengebruik en het niet kunnen inschatten van klagers gemoedstoestand, ingaande op 20 februari 2020 (dRW 20/44; thans R-20/7813/TA);
b. de verlenging van bovenstaande afzonderingsmaatregel per 17 maart 2020, omdat klager niet voldeed aan de voorwaarden om die maatregel te beëindigen (dRW 20/48; thans R-20/7813/TA);
c. een separatiemaatregel, vanwege zijn verzoek daartoe “om bloedvergieten te voorkomen” en eerdere boosheid en frustraties, ingaande op 5 april 2020 (dRW 20/57; thans: R 20/7814/TA);
d. een afzonderingsmaatregel, omdat hij niet volledig voldeed aan de voorwaarden om bovenstaande separatiemaatregel te beëindigen, ingaande op 17 april 2020 (dRW 20/69; thans R-20/7814/TA).
De beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: de instelling) heeft op 12 augustus 2020 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraken van de beklagcommissie zijn bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraken.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en […], jurist bij de instelling, gehoord op de digitale zitting van 16 december 2020. Mw. E.W. Bevaart, senior secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.
2. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepen zullen daarom ongegrond worden verklaard.
Naar aanleiding van het standpunt van klagers raadsvrouw dat het tragisch is dat klager, om gesprekken te vermijden, zelf vraagt om separatie (beklag c.), merkt de beroepscommissie nog op dat zij dit inderdaad een betreurenswaardige gang van zaken vindt. Dat geldt temeer nu die separatie vervolgens maar liefst twaalf dagen heeft geduurd. Gelet op klagers houding en uitingen die hieraan voorafgingen en zijn gebrek aan medewerking, betekent dit echter niet dat de betreffende beslissing als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie, ten aanzien van beklag c. met aanvulling van de gronden.
Deze uitspraak is op 13 januari 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, dr. T. Jambroes en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter