Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5356/TA, 19 januari 2021, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/5356/TA

Betreft [klager]

Datum 19 januari 2021

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 18 juli 2019 tot intrekking van zijn transmuraal verlof.

De beklagcommissie bij FPC Van der Hoeven Kliniek te Utrecht (hierna: de instelling) heeft op 19 november 2019 het beklag ongegrond verklaard (HK2019/75). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. A.R. Ytsma, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord op de zitting van 9 september 2020 in het Justitieel Complex (JC) Zaanstad. Het hoofd van de instelling heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

Voorafgaand aan de zitting was aan de beroepscommissie bericht dat de schriftelijke mededeling van de intrekking van het transmuraal verlof niet kon worden overgelegd.

Het hoofd van de instelling heeft desgevraagd na de zitting wel de aanvraag en machtiging van het transmuraal verlof van klager overgelegd.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De instelling is niet duidelijk geweest over de spelregels voor het verblijf in de kliniekwoning, die onderdeel uitmaakt van een grote flat in een woonwijk. De instelling deed alsof klager een grote fout had gemaakt door ongescreend bezoek te ontvangen. Klager schoot hierdoor in zijn angst. De instelling had hierover vooraf duidelijker moeten zijn. De instelling heeft de gemaakte foto’s geseksualiseerd, terwijl van een seksuele pose geen sprake was. Het was ook geen seksueel/erotisch getinte foto. Klager dacht een grote misstap te hebben gedaan. In plaats van klager gerust te stellen, heeft de instelling een tegenovergestelde houding aangenomen waardoor de samenwerking stroef liep. De intrekking duurde langer dan strikt noodzakelijk. De instelling problematiseerde de lichte overtreding. Het ligt verder ook aan de taalbarrière en cultuurverschillen waardoor klager en instelling elkaar in die periode niet konden vinden. Klager meent dat hij geen gedrag heeft laten zien dat een intrekking rechtvaardigt.

Klager weet niet wat de regels voor het transmuraal verlof inhouden. Klager is daarover niet geïnformeerd en dat is een fout van de instelling. Klager weet ook niet wat nodig is voor het hervatten van het verlof. In oktober zal een beslissing worden genomen over het verdere traject van klager. Klager meent dat de intrekking te lang duurt.

Standpunt van het hoofd van de instelling

Klager werkte niet samen met zijn behandelteam, stelde zich niet begeleidbaar op, was niet open in het contact met de begeleiders en werkte onvoldoende mee aan controles van onder andere woonruimte en gegevensdragers. De regels die gelden bij verblijf in een kliniekwoning hadden wellicht nog duidelijker kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld door middel van een folder. De redenen voor het intrekken van het transmuraal verlof maken echter onderdeel uit van de verlofvoorwaarden. Deze voorwaarden worden bij de begeleiding naar buiten besproken. Door een medewerkster is op 13 juli 2019 een fotoboekje gezien in de transmurale woning van klager waarin een foto van een vrouw in een seksuele pose zit. De foto leek te zijn genomen in de woning. Bij meerdere confrontaties omtrent de foto beweert klager dat de foto niet door hem en niet in zijn woning is gemaakt. Bij een latere woningcontrole worden de negatieven van deze foto en andere foto’s (waaronder foto’s van een medewerkster) en tevens vrouwenkleren (jurken en lingerie) gevonden. Nog los van de vraag of terecht sprake is geweest van seksualisering van de gevonden foto’s, de vrouw op de foto is op bezoek geweest buiten medeweten van het team. Bezoek dient eerst te worden gemeld en gescreend. De screening van bezoek is een algemene voorwaarde die geldt voor alle patiënten (ook bij verblijf in de kliniekwoningen) en door klager is overtreden.

3. De beoordeling

Op grond van artikel 50, derde lid, van de Bvt kan het hoofd van de instelling besluiten het verlof in te trekken indien dit noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen of indien de ter beschikking gestelde een bepaalde voorwaarde niet nakomt.

Op grond van artikel 53, tweede lid, onder a van de Bvt wordt de verpleegde voorafgaand aan de beslissing gehoord. Op grond van het vierde lid van dit artikel kan het horen achterwege blijven indien de vereiste spoed zich daartegen verzet, of de gemoedstoestand van betrokkene daaraan in de weg staat.

Op grond van artikel 54, tweede lid, van de Bvt ontvangt de ter beschikking gestelde onverwijld een schriftelijke mededeling van de intrekking.

Bij de stukken is geen schriftelijke mededeling gevoegd. Uit een mailbericht van 1 september 2020 van de instelling blijkt dat de schriftelijke mededeling niet kan worden overgelegd. De beroepscommissie stelt daarom vast dat aan het procedureel vereiste van de schriftelijke mededeling voor de intrekking van het transmuraal verlof niet is voldaan. Tevens stelt de beroepscommissie vast dat niet is gebleken dat klager voorafgaand aan de intrekking is gehoord, dan wel dat er gegronde redenen waren hiervan af te zien. Het beroep van klager zal daarom om procedurele redenen gegrond worden verklaard. 

Over de inhoudelijke gronden voor de intrekking van het transmuraal verlof, overweegt de beroepscommissie het volgende.

Op 13 juli 2019 zag een medewerkster in een fotoboekje in klagers transmurale woning een foto van een vrouw in een – naar haar oordeel - seksuele pose. De foto leek in de woning van klager gemaakt te zijn. Het hoofd van de instelling heeft het transmuraal verlof ingetrokken omdat klager weigerde duidelijkheid te verschaffen over de foto en sterk ageerde tegen de medewerkster die het behandelteam had gewezen op de foto. Volgens het hoofd van de instelling werkte klager niet samen met het behandelteam, stelde hij zich niet begeleidbaar op, was hij niet open in het contact met begeleiders en werkte hij onvoldoende mee aan controles in de woning en op gegevensdragers. Klager heeft een verlofvoorwaarde geschonden door zonder overleg met het team en zonder dat de vrouw gescreend was haar op bezoek te laten komen in klagers woning.

Uit de stukken blijkt dat de voorwaarden die zijn verbonden aan de machtiging voor transmuraal verlof staan vermeld in het onderliggende verlofplan. Het verlofplan bestaat (exclusief bijlagen) uit 20 pagina’s. Paragraaf 5.3 bevat de verlofvoorwaarden. In die lijst is geen voorwaarde opgenomen die ziet op het ontvangen van bezoek. Dat klager zijn bezoek eerst door de kliniek moest laten screenen is niet in de voorwaarden opgenomen. Dat aan klager op andere wijze was duidelijk gemaakt dat dit een voor hem geldende verlofvoorwaarde was, is niet aannemelijk geworden.

Gelet hierop kan het klager niet worden verweten dat hij zonder voorafgaande toestemming de vrouw (op de foto) had uitgenodigd in zijn transmurale woning.

Dat ligt anders ten aanzien van de omstandigheid dat klager na hierop te zijn gewezen zich kennelijk grensoverschrijdend heeft opgesteld tegen een medewerkster van de instelling en zich niet open en begeleidbaar heeft opgesteld in het kader van het nadere onderzoek naar de bij klager aangetroffen foto. Hij overtrad daarmee immers voor hem geldende verlofvoorwaarden.

Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat het hoofd van de instelling om inhoudelijke redenen destijds heeft kunnen beslissen tot intrekking van het transmuraal verlof. Deze beslissing kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Klager heeft tevens aangevoerd dat de intrekking van het verlof te lang heeft geduurd. De voorwaarden die aan het verlof zijn verbonden zien er op dat klager voldoende in samenwerking is, zich begeleidbaar opstelt en open is in het contact met begeleiders. Dat inmiddels een lange periode is verstreken, betekent nog niet dat de intrekking te lang heeft geduurd. Op geleide van klagers gedrag is het aan de instelling te beoordelen of er aanleiding is het verlof te hervatten. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Voor het om procedurele redenen gegrond verklaren van het beroep, acht de beroepscommissie het toekennen van een tegemoetkoming aan klager aangewezen en stelt deze vast op € 15,-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep om procedurele redenen gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag om procedurele redenen gegrond.

Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 15,-.

Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, drs. A.C. Djadoenath en mr. drs. L.C. Mulder MCM, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 19 januari 2021

secretaris        voorzitter

Naar boven