Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3447/GA, 24 augustus 2020, beroep
Uitspraakdatum:24-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/3447/GA           

Betreft [klager]

Datum 24 augustus 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen het (langer dan noodzakelijk) insluiten van klager en de omstandigheid dat op 28 december 2018 klagers bezoek met zijn advocaat niet door kon gaan.

De beklagrechter bij de locatie De Schie te Rotterdam heeft op 15 april 2019 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (S-2019-17). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie De Schie (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klagers recht op bezoek van zijn advocaat (artikel 38, zevende lid, van de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw)) is ingeperkt. Daartegen staat beklag open. Op 28 december 2018 is in de vroege ochtend een gedetineerde ontsnapt. Om 10:00 uur was al duidelijk wat er was gebeurd. Er was daarom geen enkele noodzaak om klager de gehele dag in te sluiten. Gedetineerden konden die dag ook in de gelegenheid worden gesteld om te luchten, terwijl daarvoor nagenoeg dezelfde looproute moet worden afgelegd. Klager heeft zelfs niet de mogelijkheid gehad om zijn advocaat af te bellen. Die is daardoor voor niets van Amsterdam naar Rotterdam op en neer gereisd.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft het standpunt in beroep niet nader toegelicht.

3. De beoordeling

In de ochtend van 28 december 2018 was er een gedetineerde uit de inrichting ontsnapt. De directeur heeft maatregelen genomen, die feitelijk neerkwamen op afzondering van klager (als bedoeld in artikel 24 van de Pbw). Ook is het bezoek van zijn advocaat niet doorgegaan.

De ontvankelijkheid van het beklag

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard, omdat de beslissing ten aanzien van alle gedetineerden in de inrichting is genomen. Tegen een beslissing tot afzondering staat evenwel beklag open, ook als die maatregel aan alle gedetineerden wordt opgelegd. Daarnaast wordt geklaagd over het niet doorgaan van bezoek, nu de advocaat klager ondanks zijn komst naar de inrichting niet heeft kunnen bezoeken. Ook daartegen staat beklag open. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter daarom vernietigen voor zover daartegen beroep is ingesteld, en klager alsnog ontvangen in zijn beklag.

De inhoudelijke beoordeling van het beklag

In beroep richt klager zich tegen de omstandigheid dat hij langer dan noodzakelijk voor onderzoek is ingesloten en hij geen bezoek heeft kunnen ontvangen van zijn advocaat.

Klagers raadsvrouw wijst er terecht op dat het bezoek van een advocaat een fundamenteel recht is. Daartegenover staat echter dat in de ochtend van 28 december 2018 een gedetineerde uit de inrichting is ontsnapt. Aan deze ontsnapping is ook in de media veel aandacht besteed. Het ligt voor de hand dat hier grondig onderzoek naar werd gedaan en dat gedetineerden gedurende de tijd die noodzakelijk is voor onderzoek in afzondering verblijven. Het is daarbij voorstelbaar dat dit onderzoek ook in de loop van de dag nog tijd en aandacht van het personeel heeft gevergd. De afzondering en het niet door kunnen gaan van bezoek van klagers advocaat kunnen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, daarom niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

Schending van de hoorplicht

De beroepscommissie constateert ambtshalve dat uit het dossier niet blijkt dat klager is gehoord voordat de directeur de beslissing tot insluiting van klager heeft genomen. Dat had wel gemoeten (op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b., in verbinding met artikel 24 van de Pbw). De beroepscommissie zal het beroep vanwege dit vormverzuim gegrond verklaren, maar zij verbindt hieraan geen verdere gevolgen, mede gelet op de uitzonderlijke situatie die in de inrichting was ontstaan.

Tot slot

Ten overvloede merkt de beroepscommissie als algemene aanbeveling op dat het in de rede ligt dat een advocaat zo snel mogelijk ervan op de hoogte wordt gebracht wanneer een ingepland bezoek geen doorgang kan vinden.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 24 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, U.P. Burke en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven