Nummer: 07/315/JB
Betreft: [klager] datum: 25 mei 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1988], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 6 februari 2007 van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 18 april 2007, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Overberg, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw [...], en [...], juridisch medewerker bij de Dienst
Justitiële
Inrichtingen (DJI). Als toehoorder zijn aanwezig [...] medewerker bij DJI, en [...] teamleider van de groep waar klager thans verblijft.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere behandelinrichting dan de locatie Overberg afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 21 december 2003 gedetineerd. Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 26 april 2004 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd. De tenuitvoerlegging van deze
maatregel is begonnen op 11 april 2005.
Tijdens zijn verblijf op de behandelafdeling van de locatie Overberg heeft klager zich op 4 december 2006 onttrokken aan zijn behandeling. Op 9 januari 2007 is klager in afwachting van herselectie geplaatst op de opvangafdeling van de locatie
Eikenstein
te Zeist. Op 29 maart 2007 is klager geplaatst op de behandelafdeling van de locatie Overberg.
Op 17 januari 2007 heeft klager verzocht te worden geplaatst op de behandelafdeling van Rijksinrichting voor Jongeren De Doggershoek te Den Helder.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek door de selectiefunctionaris toegelicht. De raadsvrouw heeft daartoe een pleitnota overgelegd, welke is bijgevoegd en als hier herhaald en ingevoegd moet worden beschouwd.
Klager heeft het volgende – zakelijk weergegeven – aangevoerd:
Klager was vooraf al bang voor de verstoorde relatie. Hij zit nu drie weken in de locatie Overberg en voelt al dat er sprake is van een verstoorde relatie tussen hem en het personeel.
In de brief van DJI van 6 maart 2007 is opgenomen dat [A], gedragswetenschapper bij de locatie Overberg, aangeeft dat klager manipulatief gedrag vertoont. Klager vindt het jammer dat [A] dat heeft aangegeven, want nu is de selectiefunctionaris
misschien
bevooroordeeld. Daarnaast vindt klager zelf dat hij geen manipulatief gedrag vertoont. In de psychopathologie is klager dit ook niet tegengekomen. Volgens [A] is behandeling binnen een jaar niet mogelijk, ook niet in een andere inrichting. Of het in
een
andere inrichting niet mogelijk is, hoort klager liever van de andere inrichting zelf. Het maakt klager niet uit naar welke inrichting hij gaat. Als [A] aangeeft dat resocialisatie binnen een jaar niet mogelijk is, wat voor kans krijgt klager dan bij
haar? Na drie weken in de locatie Overberg is er nog niets bekend over behandeling en opleiding. Klager mag hier ook geen sportassistent zijn. Hij zou zijn sportopleiding mogen vervolgen, maar die staat nu stil. Klager heeft ook nog niks van
Terugvalpreventie 2 gehoord. Er is nog geen behandelplan en er is nog niet eens een intakegesprek geweest, terwijl klager dat meteen had aangevraagd.
In het verleden is er iets voorgevallen met een groepsleidster in de locatie Overberg. Zij heeft hem een klap gegeven. Destijds heeft klager dat niet gemeld, omdat hij dacht dat hij het na de melding niet zo goed zou hebben op de groep. De
groepsleidster heeft overigens wel aangegeven dat ze fout zat.
Klager wordt anders behandeld dan de andere jongens. Op de tweede dag dat klager in de locatie Overberg was, is met hem de afspraak gemaakt dat hij zonder waarschuwing naar zijn kamer wordt gestuurd, omdat hij de regels al kent. Bij de kleinste dingen
wordt klager al naar zijn kamer gestuurd. Terugvalpreventie is het enige waar klager zich prettig bij voelt. Voor het overige is het volgens klager een kwestie van de tijd uitzitten. Klager vindt zichzelf een normale jongen die in de samenleving kan
functioneren.
In de locatie Overberg wordt met fasekaarten gewerkt. [A] heeft voor klager een speciale fasekaart gemaakt, waarin is opgenomen dat klager niet bij anderen op de kamer mag komen. Toen klager wegging zat hij is fase vier, de hoogste fase.
Namens de selectiefunctionaris is de beslissing tot afwijzing van het verzoek als volgt
toegelicht.
De juridisch medewerker verwijst naar het beroepschrift en voegt daar het volgende aan toe. Klagers p.i.j.-maatregel is met een jaar verlengd. De behandeling was de vorige keer al gestart en gaat nu verder. [A] heeft aangegeven dat de resocialisatie
niet binnen een jaar kan worden gerealiseerd, maar dat behandeling wel mogelijk is. Klager kan het beste in de locatie Overberg worden behandeld omdat ze hem daar al kennen. Overplaatsing kan nadelige gevolgen hebben voor klager. Tot op heden was het
incident zoals door klager ter zitting beschreven onbekend. Als het bekend was geweest had er een afweging kunnen worden gemaakt. De gedragswetenschapper heeft aangegeven dat resocialisatie binnen een jaar niet mogelijk líjkt. Behandeling staat nu op
de
eerste plaats, daarna komt de resocialisatie.
4. De beoordeling
Klager ondergaat de p.i.j.-maatregel. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
Klager is geplaatst op een normaal beveiligde behandelafdeling van de locatie Overberg.
Klager is na onttrekking aan zijn behandeling vanuit de locatie Overberg weer in de locatie Overberg behandelinrichting geplaatst om zijn behandeling zo snel mogelijk weer te kunnen hervatten. Klager wil liever naar De Doggershoek te Den Helder,
vanwege
de verstoorde relatie met het personeel van de locatie Overberg.
De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
Het is in het belang van klager dat zijn onderbroken behandeling op dezelfde behandelafdeling wordt hervat, nu klager daar reeds bekend is. Hierbij is in aanmerking genomen dat klagers p.i.j.-maatregel (slechts) met één jaar is verlengd. Als klager zou
worden overgeplaatst blijft er een zeer korte periode over voor een adequate behandeling.
Wel acht de beroepscommissie het van belang dat er snel een goed behandelplan komt en dat klager zijn opleidingswensen kan realiseren.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr.dr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en drs. H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. L. de Greef, secretaris, op 25 mei 2007
secretaris voorzitter