nummer: 06/3005/TA
betreft: [klager] datum: 24 mei 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 24 november 2006 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 27 februari 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.O. Roosjen, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd behandeling
en [...], hoofd behandelrapportage.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de plaatsing van klager op de afdeling voor intensieve zorg (afdeling Olivijn).
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Door en namens klager is – zakelijk en samengevat weergegeven - in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft geen uitspraak gedaan op de klacht over het afdelingsarrest. Klager heeft
deze
klacht niet ingetrokken. Evenals de plaatsing van klager op de afdeling voor intensieve zorg, duurde deze maatregel voort nadat een week was verstreken, hetgeen inhoudt dat klager in dit onderdeel van het beklag kan worden ontvangen.
Het hoofd behandeling deed voor de beklagcommissie geloven dat klager de gewraakte uitlatingen mbt gijzeling en agressieve vluchtpoging in haar bijzijn heeft gedaan. Klager heeft zich niet in die zin uitgelaten. Het hoofd behandeling verdoezelt de
waarheid en probeert klager een hak te zetten. De beklagcommissie heeft hier geen onderzoek naar gedaan. Klager wil dat hierover getuigen worden gehoord.
Klager onderhoudt goede contacten met het personeel, niet enkel functioneel. Het roken van een joint rechtvaardigt geen plaatsing op een afdeling voor intensieve zorg.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De door klager gedane dreigende uitlatingen waren de aanleiding voor de plaatsing van klager op de afdeling voor intensieve
zorg.
Klager onderhield alleen functioneel contact met het personeel. Hij trok zich terug uit de groep. Klager is bekend met drugsgebruik en fysieke agressie. Mede gelet op de verbouwingswerkzaamheden die in de inrichting plaatsvinden, vormde dit alles de
aanleiding hem over te plaatsen.
3. De beoordeling
Klager stelt dat zijn beklag tevens is gericht tegen de op 14 juni 2006 aan hem opgelegde maatregel van afdelingsarrest. Blijkens de uitspraak van de beklagcommissie heeft klager deze klacht ingetrokken, nu de beperking van de bewegingsvrijheid geen
week heeft geduurd. Alhoewel van de intrekking verder niet is gebleken uit de schriftelijke stukken, gaat de beroepscommissie van deze kennelijk mondeling gedane mededeling uit. Een eenmaal ingetrokken beklag kan niet alsnog in behandeling worden
genomen.
Wat betreft de beslissing klager te plaatsen op de afdeling voor intensieve zorg kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie acht
aannemelijk dat er sprake was van een dreigende situatie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en prof.mr. C. Kelk, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 24 mei 2007
secretaris voorzitter