Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0403/GB, 24 mei 2007, beroep
Uitspraakdatum:24-05-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/403/GB

Betreft: [klager] datum: 24 mei 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 februari 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.T.M. Zumpolle op 25 april 2007 door een lid van de Raad gehoord. Het van het horen opgemaakte verslag is aan deze beslissing gehecht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissingen
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) De Blokhuispoort te Leeuwarden en de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Zuyderbos te
Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 april 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Amerswiel te
Heerhugowaard, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een zeer beperkt beveiligingsniveau. Op 3 februari 2007 is hij ter herselectie overgeplaatst naar het h.v.b. De Blokhuispoort, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Op 2 maart
2007 is klager overgeplaatst naar de gevangenis Zuyderbos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normaal beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft twee beslissingen genomen. De eerste beslissing betreft klagers plaatsing als passant ter herselectie in een huis van bewaring. De tweede beslissing betreft
klagers plaatsing in een gesloten inrichting. Het bezwaarschrift van klager van 3 februari 2007 dient te worden beschouwd als te zijn gericht tegen beide beslissingen.
Klager erkent dat hij bij de urinecontrole heeft gefraudeerd. In het weekend van 27 en 28 januari 2007 was klager thuis met verlof toen hij vernam dat zijn zus borstkanker had. Klager was hiervan behoorlijk van de kaart. Na terugkeer in de inrichting
heeft klager op zijn kamer een jointje gerookt om de nare gevoelens na het slechte bericht over zijn familie te dempen. Toen hij op 29 januari 2007 werd onderworpen aan een urinecontrole, raakte hij in paniek en kon niet goed meer denken en heeft hij
water bij de urine gedaan.
Klager ging er van uit dat een positieve urinecontrole slechts tot intrekking van 24 uur verlof zou leiden. Klager was niet op de hoogte van het gevoerde drugsontmoedigingsbeleid. Bij binnenkomst in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) is
klager niet medegedeeld dat fraude met de urinecontrole gelijk staat aan harddrugsgebruik. Als klager deze regel had gekend, had hij zeker deze overtreding niet gepleegd. Hij vindt de terugplaatsing naar een gesloten inrichting en de terugval in de
detentiefasering voor zes maanden een te zware straf. Door de terugplaatsing heeft klager zijn vaste baan in een garage verloren. Klager heeft om een nieuwe urinecontrole verzocht teneinde te kunnen aantonen dat er slechts sprake was van
softdrugsgebruik. Dit is hem door de directeur toegezegd, maar deze toezegging is de inrichting niet nagekomen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager verbleef in een z.b.b.i. Op 29 januari 2007 kreeg hij een urinecontrole, waarbij hij getracht heeft te frauderen. Hij werd op heterdaad betrapt en heeft
toegegeven dat hij dit gedaan heeft vanwege drugsgebruik. De directeur van de z.b.b.i. heeft klager bestraft met vijf dagen opsluiting in een strafcel. Daarnaast heeft hij verzocht om overplaatsing. Frauderen van een urinecontrole staat gelijk aan
gebruik aan harddrugs, waardoor klager niet langer geschikt is voor een verblijf in een z.b.b.i. Klager is daarom geselecteerd voor een gesloten inrichting. Ook de detentiefasering zal met zes maanden worden opgeschort.

4. De beoordeling
4.1. Het h.v.b. De Blokhuispoort is een h.v.b. voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
De gevangenis Zuyderbos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Wat betreft klagers plaatsing in het h.v.b. De Blokhuispoort is gebleken dat klager op 2 maart 2007 van daaruit is overgeplaatst naar de gevangenis Zuyderbos. Daarmee is het belang van het beroep van klager tegen de plaatsing in het h.v.b. De
Blokhuispoort komen te vervallen. Klager dient derhalve in zoverre niet-ontvankelijk in zijn beroep te worden verklaard.

4.3. Wat betreft de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij het volgende in aanmerking. In artikel 2, tweede lid van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen is bepaald dat het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen een contra-indicatie vormt
voor een plaatsing of overplaatsing in het kader van de detentiefasering en de toekenning van verlof of strafonderbreking. Blijkens de Nota van toelichting (Stcrt 1999, 128, p. 8) bij dit artikel kan alleen in een niet door gebruik van
gedragsbeïnvloedende middelen verstoorde relatie, effectief worden gewerkt aan de voorbereiding van de terugkeer in de maatschappij. Klager heeft toegegeven dat hij een jointje heeft gerookt en heeft gefraudeerd bij de urinecontrole. De
selectiefunctionaris heeft dit in redelijkheid als een contra-indicatie voor verder verblijf in een z.b.b.i. kunnen aanmerken. Dit onderdeel van het beroep dient derhalve ongegrond te worden verklaard.

5. De uitspraak
Wat betreft de beslissing tot overplaatsing naar het h.v.b. De Blokhuispoort verklaart de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Wat betreft de beslissing tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 24 mei 2007

secretaris voorzitter

Naar boven