Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0964/GV, 16 mei 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-05-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/964/GV

betreft: [klager] datum: 16 mei 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A. Vonken, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 april 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot incidenteel verlof zonder begeleiding afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit is als volgt toegelicht. Klager heeft verzocht om incidenteel verlof omdat hij aanwezig wil zijn bij de eerste communie van
zijn zoon. Klagers v.i.-datum ligt in juni 2008. Gelet op zijn strafrestant zou klager al eerder voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) in aanmerking komen. Omdat klager heeft deelgenomen aan het traject Terugdringen Recidive, is
hij echter nog niet in een b.b.i. geplaatst. Het betreft een zeer emotionele gebeurtenis in de persoonlijke sfeer van klager, waarbij zijn aanwezigheid zeker noodzakelijk is. A contrario redenerend wat betreft artikel 21, derde lid, van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI) (hierna de Regeling) zou in deze situatie verlof dienen te worden verleend. De voorwaarden van artikel 22, eerste lid, van de Regeling zijn aanwezig. Bovendien zit klager
nagenoeg in het laatste jaar van zijn detentie. Hij zou derhalve ook in aanmerking kunnen komen voor algemeen verlof, indien hij al niet geselecteerd zou zijn voor een inrichting met regimesgebonden verlof. De datum van het gewenste verlof ligt
nagenoeg
in het laatste jaar van klagers detentie. Gelet op de omstandigheden kan dit luttele verschil niet ten nadele van klager worden uitgelegd.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er is geen wettelijke grond om aan het verzoek om incidenteel verlof te voldoen, omdat het gaat om een religieuze gebeurtenis.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van gevangenis De Geerhorst te Sittard heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat incidenteel verlof ten behoeve van het bijwonen van een religieuze gebeurtenis niet mogelijk is. Klager wordt beschreven als een
‘modelgedetineerde’.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te ‘s-Hertogenbosch heeft aangegeven geen concreet argument te kunnen geven waarom klager niet het z.b.b.i.-traject in zou mogen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaren met aftrek, wegens overtreding van een in artikel 2 van de Opiumwet gegeven verbod. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek om incidenteel verlof afgewezen, omdat het een religieuze gebeurtenis betreft. In artikel 21 e.v. van de Regeling zijn de voorwaarden voor incidenteel verlof opgenomen. Deze opsomming is echter niet
limitatief. Daar staat tegenover dat op grond van artikel 21, eerste lid, van de Regeling klagers aanwezigheid noodzakelijk moet zijn. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat klagers aanwezigheid bij de eerste communie van zijn zoon noodzakelijk
is.
Reden waarom het beroep ongegrond zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 16 mei 2007

secretaris voorzitter

Naar boven