Nummer R-20/6932/GA
Betreft [Klager]
Datum 7 december 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet mogen faxen van zijn schorsingsverzoek en het achterhouden van stukken.
De alleensprekende beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 6 mei 2020 het beklag ongegrond verklaard (VU 2019/2095). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. S.G.H. van de Kamp en de directeur van de PI Vught in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. Klagers raadsvrouw heeft zich op 14 oktober 2020 teruggetrokken.
2. De beoordeling
Voor zover namens klager is geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.
Ten aanzien van het niet mogen faxen van het schorsingsverzoek overweegt de beroepscommissie als volgt. Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat het voor geen enkele gedetineerde mogelijk is om van een faxapparaat gebruik te maken. Daarbij is klager een alternatief aangeboden om zijn schorsingsverzoek te kunnen versturen. Nu het beklag is gericht tegen een in de inrichting algemeen geldende regel, die naar het oordeel van de beroepscommissie niet in strijd is met hogere wet- en/of regelgeving, kan klager volgens de beroepscommissie niet in zijn beklag worden ontvangen. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter daarom in zoverre vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
Ten aanzien van het overige kan het beroep naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.
3. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover deze ziet op het niet mogen faxen van het schorsingsverzoek en verklaart klager in zoverre alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag. Ten aanzien van het overige verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Deze uitspraak is op 7 december 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.
secretaris voorzitter