Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1009/GV, 11 mei 2007, beroep
Uitspraakdatum:11-05-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1009/GV

betreft: [klager] datum: 11 mei 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 april 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager zit al drie en een half jaar vast. Hij heeft om strafonderbreking verzocht om in 2007 te kunnen
trouwen. Tegen die tijd moet hij nog 21 maanden zitten. Het gaat momenteel niet zo goed met zijn relatie en hij wil zijn vrouw meer zekerheid geven. Hij is bang dat zijn relatie kapot gaat en dat hij straks weer op het verkeerde pad komt. Hij wil dat
hij niet meer. Anderen hebben wel strafonderbreking gekregen. Klager wil persoonlijk gehoord worden.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wil buiten de inrichting in het huwelijk treden. De artikelen 36, 37, 23 en 24 voorzien niet in het verlenen van strafonderbreking om een dergelijke reden. Trouwen buiten de inrichting wordt in de Pbw niet genoemd als criterium om een
strafonderbreking te verlenen. Als alternatief is in de beslissing genoemd dat de mogelijkheid bestaat om binnen de inrichting te trouwen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht en ziet geen aanleiding om klager nader te horen. Het verzoek daartoe zal daarom worden afgewezen en het beroep zal schriftelijk worden afgedaan.

Klager ondergaat een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek, wegens opzettelijk iemand van de vrijheid beroven of beroofd houden en doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 21 september 2009. Aansluitend dient hij
eventueel een subsidiaire hechtenis van 162 dagen te ondergaan op grond van de Wet Terwee.

Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI) (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de
persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaat met een andere vorm van verlof. In de artikelen 36 tot en met 38 juncto artikel 23 en artikel 24 van de Regeling staan de situaties beschreven, waarbij strafonderbreking verleend kan worden. Trouwen
buiten de inrichting staat hierbij niet vermeld. Voorts is geen sprake van een gebeurtenis in de persoonlijke sfeer van klager, waarbij zijn aanwezigheid buiten de inrichting noodzakelijk is. De mogelijkheid bestaat immers om binnen de inrichting in
het
huwelijk te treden.
De beroepscommissie is, gelet op het hiervoor vermelde, van oordeel dat de beslissing van de Minister, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 mei 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven