Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4170/GA, 19 januari 2021, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/4170/GA

Betreft [Klager]

Datum 19 januari 2021

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van het Detentiecentrum (DC) Rotterdam (hierna: de directeur)

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft – voor zover in beroep aan de orde – beklag ingesteld tegen het op 26 maart 2019 met buikriem en handboeien zijn vervoerd naar het ziekenhuis en de omstandigheid dat hij deze tevens in het ziekenhuis en tijdens het doktersconsult om heeft moeten houden.

De alleensprekende beklagrechter bij het DC Rotterdam (boven de uitspraak staat kennelijk ten onrechte de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel vermeld) heeft op 8 juli 2019 de klacht in zoverre gegrond verklaard en zal, na de directeur te hebben gehoord, bepalen of enige tegemoetkoming aan klager is geboden (DC-2019-227). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn gemachtigde, […] (van het Meldpunt Vreemdelingendetentie), in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De beoordeling

Voor zover namens klager in beroep is geklaagd over de omstandigheid dat niet door de beklagrechter is beslist op het klachtonderdeel dat ziet op de schending van het medisch beroepsgeheim, laat de beroepscommissie dit buiten beschouwing, omdat het buiten de omvang van het beroep valt, nu dit beroep door de directeur is ingesteld. Het had op klagers weg gelegen hiertegen een beroepschrift in te dienen.

Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder c, van de Penitentiaire beginselenwet draagt de directeur zorg voor de overbrenging van de gedetineerde naar het ziekenhuis, indien de behandeling van de gedetineerde door een arts aldaar plaatsvindt. De directeur is verantwoordelijk voor de wijze van uitvoering van dit vervoer, ook al wordt het vervoer (in opdracht van de directeur) uitgevoerd door Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O).

Vast staat dat klager op 26 maart 2019 vanuit het DC Rotterdam naar het ziekenhuis is vervoerd. Uit intern onderzoek van DV&O volgt dat de transportaanvraag van klager niet is beoordeeld door een risicoanalist, met als gevolg dat er bij het ophaalmoment geen advies beschikbaar was voor de betrokken transportgeleiders. De transportgeleiders hebben hierop contact opgenomen met de afdeling Risicoanalyse. Alvorens een risicoanalist advies geeft aangaande het aanleggen van vrijheidsbeperkende middelen, raadpleegt hij normaliter naast de transportaanvraag verschillende informatiesystemen. Om tijdig bij de afspraak te kunnen zijn, heeft de risicoanalist echter zonder het raadplegen van informatiesystemen geadviseerd om klager te voorzien van vrijheidsbeperkende middelen. De wagencommandant heeft op basis hiervan en van het gegeven dat klager moest worden overgebracht naar een publieke ruimte, klager voorzien van vrijheidsbeperkende middelen. De directeur heeft in beklag slechts aangevoerd dat niet is gebleken dat zich tijdens het transport van klager bijzonderheden hebben voorgedaan.

Gelet op het voorgaande is van een kenbare individuele belangenafweging – bezien in het licht van artikel 10 van de Geweldsinstructie penitentiaire inrichtingen en hetgeen de beroepscommissie eerder heeft overwogen (RSJ 21 november 2011, 11/1555/GA) met betrekking tot de gebruikelijke beoordelingscriteria – naar het oordeel van de beroepscommissie in onderhavig geval niet gebleken. De beslissing van de directeur moet, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen, met aanvulling van de gronden.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op 19 januari 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven