Nummer R-20/7775/TB
Betreft [klager]
Datum 27 november 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 6 augustus 2020 beslist klager over te plaatsen naar het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te Balkbrug.
Klagers raadsvrouw, mr. A.J. van der Velden, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De beroepscommissie heeft klager gehoord op de zitting van 30 oktober 2020 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad. Klagers raadsvrouw mr. K. Bruil, en namens verweerder, […], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, zijn middels videobellen gehoord […], secretaris bij de Raad, was als toehoorder aanwezig.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en de overige stukken.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Bij klager is geen sprake van extreem vluchtgevaar en/of beheersrisico. Klager heeft al jarenlang niet meer in een isoleercel verbleven. Er is geen sprake van fysieke incidenten of verward gedrag. Klager is dan ook ten onrechte op een zwaarbeveiligde afdeling geplaatst en hij heeft ten onrechte een EVBG-status (Extreem Vlucht- en/of Beheers Gevaarlijk) gekregen. Hoeve Boschoord schrijft onjuistheden op. Klager heeft na de zorgconferentie meerder malen aangegeven om met medicatie te beginnen en het programma te volgen. Op 26 maart 2020 heeft klager een celprogramma aangezegd gekregen en dat is nog steeds van kracht, omdat klager ontwrichtend zou zijn en uitlatingen zou hebben gedaan richting medepatiënten.
Klager is op 12 augustus 2020 in CTP Veldzicht (hierna: Veldzicht) geplaatst. Klager geeft aan dat hij momenteel geen EVBG-status meer heeft. De psychiater in Veldzicht herkent het beeld dat door Hoeve Boschoord over klager is geschetst, niet. Er wordt gekeken of klager kan worden overgeplaatst naar een reguliere afdeling.
Op 12 oktober 2020 heeft een viergesprek plaatsgevonden waarin door klagers behandelaar en teammanager is aangegeven dat zij vinden dat klagers EVBG-status niet langer nodig is. Dit zou worden voorgelegd aan de toetsingscommissie en worden besproken op 13 oktober 2020. Onbekend is nog wat de uitkomst daarvan is.
Tijdens de zorgconferentie is gesproken over het feit dat het gebruiken van medicatie geïndiceerd zou zijn. Klager is op dit punt terughoudend geweest. Naar aanleiding van deze zorgconferentie heeft klager besloten om alsnog vrijwillig medicatie te willen innemen. Hierover is e-mailcontact geweest tussen klagers raadsvrouw en de heer O. van Dienst Justitiële Inrichtingen, nu dit gevolgen kan hebben voor een vervolgplek voor klager.
Vervolgens wordt echter een verzoek tot spoedoverplaatsing ingediend. Dit verzoek is gedaan vanwege de verstoorde samenwerking. Over de verstoorde samenwerking bestaat geen discussie. Het is alleen de vraag of aan klager in Hoeve Boschoord een kans had moeten worden geboden om aldaar te starten met medicatie.
Klager zit sinds 12 augustus 2020 in Veldzicht. Klager is vrijwel meteen begonnen met het innemen van medicatie. Momenteel wordt een compleet ander beeld van klager gezien. In Hoeve Boschoord is deze kans niet aan klager geboden.
Klager wenst niet te worden geplaatst in Hoeve Boschoord. Klager wenst, in verband met de reisafstand naar zijn familie, te worden geplaatst in FPK de Woenselse Poort of in FPC Oostvaarderskliniek. Klagers moeder is ziek. Zij heeft COPD en kanker. De reisafstand naar Veldzicht is voor haar te ver.
Standpunt van verweerder
Hoeve Boschoord zag, vanwege de ontstane behandelimpasse, onvoldoende aanknopingspunten om klager verder te kunnen behandelen. Het traject om klager in te stellen op medicatie dient buiten Hoeve Boschoord te worden opgestart. Tussen klager en Hoeve Boschoord is immers een dusdanig verstoorde behandelrelatie ontstaan dat er geen tot weinig vertrouwen bestaat dat een medicamenteuze behandeling een gerede kans van slagen zal hebben. Een mogelijk dwangmedicatietraject zal dit enkel compliceren en mogelijk laten escaleren. Hoeve Boschoord was dan ook voornemens om een overplaatsingsverzoek in te dienen, maar zij waren, in het belang van de handhaving van de orde en veiligheid, vanwege de toename van de risico´s voor de medewerkers genoodzaakt om een spoedoverplaatsing te vragen.
Uit het verzoek tot spoedoverplaatsing volgt dat klager, vanaf zijn opname in Hoeve Boschoord, niet in samenwerking is geweest met het behandelteam. Klager heeft zich veelvuldig grensoverschrijdend gedragen richting sociotherapie en behandelaren. Klager is onvoorspelbaar in het contact en hij heeft een scherp keukenmes uitgedeeld aan een medecliënt. In mei 2020 is een melding bijzonder voorval opgemaakt waarin is gemeld dat klager medewerkers onder meer beschuldigt van strafbare feiten, te weten racistisch gedrag en van etnisch profileren. Hiervan is aangifte gedaan door Hoeve Boschoord. Daarnaast is op klagers Playstation pornografie aangetroffen en is hij in juli 2020 op heterdaad betrapt tijdens ongeoorloofd bellen. Er is sprake van een toenemende achterdocht vergelijkbaar met de delictdynamiek waarmee de risico´s voor medewerkers ook toenemen. Klager heeft in een brief geschreven dat hij achter het adres van de eigen praktijk van een regiebehandelaar is gekomen en dat hij nog meer informatie over haar heeft.
Op 7 juli 2020 is op advies van de psychiatrisch adviseur aan klager tijdelijk de EVBG-status toegekend. Vanwege deze status kan klager slechts in een beperkt aantal FPC´s worden geplaatst. De plekken op EVBG-afdelingen zijn schaars en de klinieken hebben wachtlijsten. Vanwege het spoedeisend karakter van de plaatsing lag het niet in de rede om langer te wachten met de overplaatsing van klager en is klager geplaatst op de eerste plek die vrijkwam en dat was in Veldzicht.
In Veldzicht gaat het momenteel goed met klager en zij zijn voornemens om voor te leggen klagers EVBG-status op te heffen. Indien deze status wordt opgeheven, dient hij te worden overgeplaatst naar een andere instelling om op een reguliere afdeling te worden geplaatst.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de Bvt niet de mogelijkheid van beroep kent tegen het toekennen van een EVBG-status aan een verpleegde. In beroep is uitsluitend aan de orde of verweerder de beslissing tot overplaatsing van klager naar Veldzicht in redelijkheid kon nemen.
Aan klager is bij onherroepelijk geworden uitspraak de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd.
Klager verbleef in Hoeve Boschoord. Op 12 augustus 2020 is hij overgeplaatst naar Veldzicht.
Op grond van artikel 6.2 van de Wet forensische zorg moet verweerder bij de (over)plaatsing van ter beschikking gestelden de volgende factoren meenemen in zijn overwegingen:
a. de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt;
b. de eisen die de verlening van forensische zorg aan de forensische patiënt gezien de aard van de bij hem geconstateerde psychische stoornis of verstandelijke beperking stelt; en
c. de forensische zorgbehoefte en het beveiligingsniveau zoals opgenomen in de indicatiestelling.
Uit de inlichtingen van verweerder komt naar voren dat op 29 juli 2020 een verzoek tot spoedoverplaatsing is ingediend vanwege de ernstig verstoorde behandelrelatie, de behandelimpasse die hiermee is ontstaan en een hoog risico op schending van de orde en veiligheid binnen de insteling. De risico´s voor medewerkers nemen toe waardoor zij genoodzaakt zijn om op basis van de orde en veiligheid binnen de instelling een verzoek tot spoedoverplaatsing in te dienen. Uit de stukken komt naar voren dat klager zich veelvuldig grensoverschrijdend heeft gedragen richting sociotherapie en behandelaren. Hij is daarnaast onvoorspelbaar in gedrag. Op 7 juli 2020 is op advies van de psychiatrisch adviseur aan klager tijdelijk de EVBG-status toegekend.
Als gevolg van de voorlopig toegekende EVBG-status kon klager alleen worden geplaatst in een tbs-instelling met een EVBG-afdeling. Vanwege de bestaande wachtlijsten acht de beroepscommissie het niet onredelijk dat klager is Veldzicht is geplaatst, nu daar als eerste een plek beschikbaar kwam.
Uit het verzoek tot spoedoverplaatsing volgt daarnaast dat Hoeve Boschoord zich op standpunt stelt dat het traject om klager in te stellen op medicatie buiten Hoeve Boschoord dient te worden opgestart, nu immers een dusdanige verstoorde behandelrelatie is ontstaan dat er geen tot weinig kans bestaat dat een medicamenteuze behandeling een gerede kans van slagen zal hebben. Daarnaast zal volgens hen een mogelijk dwangtraject dit enkel compliceren en mogelijk laten escaleren. Hoewel klager aangeeft dat hij in Hoeve Boschoord had willen starten met het innemen van medicatie, acht de beroepscommissie, gelet op het voorgaande, het niet onredelijk dat de beslissing tot overplaatsing, mede vanwege de vereiste spoed, al is genomen voordat is gestart met het innemen van medicatie.
Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is op 27 november 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A.M.G. Smit en drs. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris.
secretaris voorzitter