Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/361/GA, 8 mei 2007, beroep
Uitspraakdatum:08-05-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/361/GA

betreft: [klager] datum: 8 mei 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 februari 2007 van de beklagcommissie bij de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 maart 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde,:
a. een ordemaatregel van 14 dagen afzondering in een afzonderingscel, wegens vermoeden van betrokkenheid bij de handel van harddrugs in de inrichting (21793);
b. de vermissing van klagers radio/cd-speler (22166).

De beklagcommissie heeft het beklag op beide onderdelen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Er zou een reiniger naar het personeel zijn gegaan met de mededeling dat klager betrokken was bij drugshandel. Dit was echter nergens op gebaseerd.
b. Klagers cel is ontruimd nadat hij op een strafcel is geplaatst en vervolgens is overgeplaatst. Bij aankomst in Zoetermeer zat zijn cd-speler niet bij zijn spullen. Wel heeft hij de afstandbediening van het apparaat. Tevens mist klager een
spijkerbroek en twee paar nieuwe nike sportschoenen.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

a. Klager is naar aanleiding van de melding in afzondering geplaatst. Dit betrof geen disciplinaire straf maar een maatregel hangende het onderzoek. Hij is niet gesanctioneerd. Het onderzoek heeft uiteindelijk niet geleid tot concrete aanwijzingen
omtrent klagers betrokkenheid.
b. Klagers cel is na zijn strafcelplaatsing ontruimd. Hiervan is een verslag opgemaakt. De cd-speler is in één van de dozen gestopt. Er zijn negen dozen de inrichting uitgegaan en ook negen dozen in Zoetermeer aangekomen. Het is opmerkelijk dat de
cd-speler er niet bij zou hebben gezeten.
Desgevraagd geeft de unit-directeur aan, nu niet valt na te gaan waar de cd-speler in het ongerede is geraakt, gezien de omstandigheden, bereid te zijn klager een passende vergoeding te betalen.

3. De beoordeling
a. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is komen vast te staan dat klager in afzondering is geplaatst na de enkele mededeling van één van de reinigers, dat hij en een andere gedetineerde bij drugshandel betrokken zouden zijn. Eerst na de
plaatsing is onderzoek gedaan waaruit naar voren is gekomen dat de betrokkenheid niet hard gemaakt kon worden. De beroepscommissie is van oordeel dat de unit-directeur niet enkel op basis van een mededeling van een personeelslid tot bovengenoemde
maatregel had mogen komen, zonder eerst nader onderzoek te verrichten. Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard. Klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

b. Gelet op de toezegging van de unit-directeur ter zitting dat hij, gezien de omstandigheden van het geval, bereid is over te gaan tot financiële vergoeding van de vermiste cd-speler, welke volgens klager bij aanschaf in 2003 € 186,= heeft gekost, zal
de beroepscommissie het beroep op dit onderdeel eveneens gegrond verklaren. Gelet op de toezegging van de directeur zijn er geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.
Ten aanzien van de vermissing van de spijkerbroek en de twee paar sportschoenen overweegt de beroepscommissie dat de stukken en het verhandelde ter zitting onvoldoende aanknopingspunten bieden om van de vermissing hiervan uit te gaan. Het beroep zal op
dit onderdeel ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag dienaangaande alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. gegrond, voorzover het de vermissing van de cd-speler betreft en voor het overige ongegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag
dienaangaande alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 8 mei 2007

secretaris voorzitter

Naar boven