Nummer R-19/4869/GA
Betreft [Klager]
Datum 23 december 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen:
a. het foutief vermelden van de afnamedatum van de bij klager afgenomen urinecontrole (MB-2019-224);
b. een disciplinaire straf van zes dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met televisie, vanwege een positieve uitslag van een urinecontrole, ingaande op 7 augustus 2019 (MB-2019-211).
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Middelburg heeft op 20 september 2019 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. S. van Minderhout, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepsrechter heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Middelburg in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De urinecontrole is niet overeenkomstig de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) verlopen. Klager is aldus ten onrechte is gestraft voor de uitslag van de urinecontrole. Klager stelt zich op het standpunt dat het juist invullen van het formulier in dezen niet is gebeurd. Immers, op het aanvraagformulier staat de datum 18 juli 2019 vermeld, terwijl klager op 19 juli 2019 urine heeft afgestaan. De datum op het aanvraagformulier is naderhand gecorrigeerd met pen, volgens klager nadat de uitslag van de urinecontrole positief terugkwam. Dit wordt ondersteund door de ‘mededeling uitslag urinecontrole’ van 30 juli 2019. Ook op de mededeling van het herhalingsonderzoek staat de datum van 18 juli 2019 vermeld. Klager betwist eveneens de stelling van de directeur dat de datum op het formulier in overleg met en met instemming van met klager zou zijn aangepast. Klager stelt daarbij geen vooraankondiging voor de urinecontrole te hebben gehad.
Voorts is de duur van de straf disproportioneel. Op grond van de Landelijke Sanctiekaart 2016 wordt bij een tweede positieve urinecontrole in twee maanden een straf van maximaal vijf dagen op eigen cel opgelegd. Als sprake is van een afwijking ten nadele van de gedetineerde, dient extra te worden gemotiveerd om welke reden in dat geval een zwaardere straf op zijn plaats is. De directeur heeft niet gemotiveerd om welke reden van het beleid is afgeweken.
Standpunt van de directeur
De directeur heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op het beroep te reageren.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat het, vanwege het ingrijpende karakter van disciplinaire straffen, van belang is dat de directeur nauwkeurig handelt in de procedure die tot een dergelijke straf leidt. Bij de inhoudelijke beoordeling van klachten is ingeval van urineafname de Regeling van toepassing en leidend. De in de Regeling gegeven voorschriften strekken ertoe een zorgvuldig onderzoek te waarborgen. Een stelsel van strikte waarborgen dient de betrouwbaarheid van het onderzoek. Andere overwegingen mogen niet afdoen aan de gegeven voorschriften.
Artikel 3, eerste lid, van de Regeling bepaalt dat de ambtenaar of medewerker controleert of het aanvraagformulier en de benodigde materialen aanwezig zijn. Op grond van artikel 3, zesde lid, van de Regeling controleert de ambtenaar of medewerker in het bijzijn van de gedetineerde of het aanvraagformulier goed en volledig is ingevuld, alsmede of het nummer/de code op de buizen overeenstemt met het nummer op het aanvraagformulier. Het aanvraagnummer dient in ieder geval een opgave van de volledige naam en voorletters van de gedetineerde, het registratienummer van de gedetineerde, de afnamedatum, het tijdstip van afname, de stoffen waarop gecontroleerd dient te worden alsmede gegevens over medicatiegebruik en relevante pathologie te bevatten. Op grond van artikel 3, zevende lid, van de Regeling plaatst zowel de gedetineerde als het personeelslid een handtekening op het aanvraagformulier ter bevestiging dat de procedure correct is verlopen.
De beroepscommissie stelt vast dat zowel op de uitslag van de urinecontrole als op de uitslag van het herhalingsonderzoek staat dat het urinemonster is afgenomen op 18 juli 2019. Op het aanvraagformulier is de afnamedatum handmatig met pen gewijzigd in 19 juli 2019. Onduidelijk is door wie en op welk moment deze wijziging is aangebracht. De beroepscommissie constateert dat daardoor in onderhavig geval niet is vast te stellen of de urinecontrole conform de Regeling is uitgevoerd. Dat andere gegevens wel overeenkomen, doet hieraan niet af.
Nu niet is vast te stellen of de Regeling correct is nageleefd, acht de beroepscommissie de oplegging van de disciplinaire straf naar aanleiding van de positieve uitslag bij de urinecontrole onredelijk en onbillijk. Daarom zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en de klachten alsnog gegrond verklaren. Nu klager ten onrechte gedurende zes dagen is opgesloten in zijn eigen cel, zal aan hem een tegemoetkoming worden toegekend van €45,- (6 x €7,50).
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart de klachten alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €45,-.
Deze uitspraak is op 23 december 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.
secretaris voorzitter