Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4792/GA, 23 december 2020, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-19/4792/GA

    

           

Betreft [Klager]

Datum 23 december 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel met cameraobservatie, voor de duur van vier dagen, vanwege de ernstige verdenking dat klager een mobiele telefoon in het lichaam zou hebben verborgen, ingaande op 16 juni 2019.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 19 september 2019 het beklag ongegrond verklaard (PL-2019-472). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. A.J. Sprey, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. A.T. van Vulpen, die de zaak op 15 januari 2020 heeft overgenomen, en de directeur van de PI Lelystad in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager stelt zicht op het standpunt dat aan hem ten onrechte de maatregel van plaatsing in afzondering is opgelegd. Klager betwist dat hij een mobiele telefoon in zijn lichaam heeft gehad. Deze is uiteindelijk ook niet bij hem aangetroffen. Klager meent dat er, ondanks de positieve indicatie tijdens de scanmomenten, onvoldoende grond was om deze maatregel aan hem op te leggen. Voorts meent klager dat het onredelijk en onbillijk was om deze maatregel meteen voor de duur van vier dagen op te leggen.

In aanvulling hierop wijst klager erop dat hij de eerste ochtend na plaatsing, de dato 17 juni 2019 om 08:51 uur, opnieuw is gescand en dat het apparaat toen geen signaal afgaf. Desondanks heeft klager na deze controle nog een volle dag en nacht in de isoleercel doorgebracht en is hij pas op 18 juni 2019 teruggeplaatst. Dit maakt dat wat klager betreft niet alleen de oplegging van de maatregel voor vier dagen onredelijk en onbillijk is geweest, maar ook de tenuitvoerlegging ervan, nu klager nodeloos in afzondering is gehouden nadat duidelijk was geworden dat hij geen telefoon in zijn lichaam had.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op het beroep te reageren.

3. De beoordeling

Op grond van het bepaalde in artikel 57, eerste lid aanhef en onder c, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) stelt de directeur de gedetineerde in de gelegenheid te worden gehoord, alvorens hij beslist tot plaatsing in afzondering. In artikel 57, derde lid, van de Pbw is bepaald dat het horen achterwege kan blijven indien de vereiste spoed zich daartegen verzet of de gemoedstoestand van de gedetineerde daaraan in de weg staat.

Uit de schriftelijke mededeling van de bestreden beslissing van 16 juni 2019 volgt dat klager niet is gehoord met als reden dat hij reeds in afzondering was geplaatst. De beroepscommissie overweegt dat dit geen reden is waarom het horen achterwege kan blijven, zoals genoemd in artikel 57, derde lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal reeds hierom het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

Bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming is van belang of de ordemaatregel wel in redelijkheid kon worden opgelegd en of deze niet onnodig lang ten uitvoer is gelegd. Ten aanzien daarvan kan de beroepscommissie zich verenigen met de overwegingen van de beklagcommissie. Gelet daarop zal de beroepscommissie klager een tegemoetkoming toekennen van €5,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €5,-.

 

 

Deze uitspraak is op 23 december 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven