Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6394/GA; R-20/6432/GA; R-20/6433/GA; R-20/6434/GA; R-20/6435/GA; R-20/6437/GA; R-20/6440/GA; R-20/6441/GA; R-20/6443/GA; R-20/6444/GA; R-20/6446/GA; R-20/6447/GA; R-20/6448/GA; R-20/6455/GA; R-20/6456/GA; R-20/6457/GA; R-20/6458/GA; R-20/6459/GA; R-20/6460/GA; R-20/6461/GA; R-20/6462/GA; R-20/6463/GA; R-20/6464/GA; R-20/6465/GA; R-20/6466/GA; R-20/6467/GA; R-20/6468/GA; R-20/6469/GA; R-20/6470/GA; R-20/6471/GA; R-20/6474/GA; R-20/6475/GA en R-20/6476/GA , 25 juni 2020, beroep
Uitspraakdatum:25-06-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummers        R-20/6394/GA; R-20/6432/GA; R-20/6433/GA;  R-20/6434/GA; R-20/6435/GA; R-20/6437/GA;  R-20/6440/GA; R-20/6441/GA; R-20/6443/GA;  R-20/6444/GA; R-20/6446/GA; R-20/6447/GA;  R-20/6448/GA; R-20/6455/GA; R-20/6456/GA;  R-20/6457/GA; R-20/6458/GA; R-20/6459/GA;  R-20/6460/GA; R-20/6461/GA; R-20/6462/GA;  R-20/6463/GA; R-20/6464/GA; R-20/6465/GA;  R-20/6466/GA; R-20/6467/GA; R-20/6468/GA;  R-20/6469/GA; R-20/6470/GA; R-20/6471/GA;  R-20/6474/GA; R-20/6475/GA en R-20/6476/GA

       

Betreft [klager]

Datum 25 juni 2020

Uitspraak van de alleensprekende beroepsrechter van de RSJ op de beroepen van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen zevenenveertig uitspraken van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. De door klager ingediende beroepschriften zijn aan de hand van de data waarop zij door het secretariaat van de RSJ zijn ontvangen, onderverdeeld in clusters A tot en met E. Onderhavig cluster A ziet op het door klager ingediende beroepschrift van 12 maart 2020, ingekomen bij het secretariaat op 17 maart 2020, waarbij klager beroep heeft ingesteld tegen de volgende uitspraken van de beklagrechter van:

-    21 februari 2020 met klachtnummers ZB–2018-031, ZB–2018-032, ZB–2018-034, ZB-2018-083, ZB–2018-124, ZB–2018-133, ZB–2018-134, ZB–2018-135, ZB–2018-170 en ZB–2018-171;

-    26 februari 2020 met klachtnummers ZB–2018-526, ZB–2018-528, ZB–2018-529, ZB–2018-464, ZB–2018-558, ZB–2018-560 en ZB–2018-561;

-    27 februari 2020 met klachtnummers ZB–2018-566, ZB–2018-568, ZB–2018-570, ZB–2018-571, ZB–2018-572, ZB–2018-573 en ZB–2018-587;

-    3 maart 2020 met klachtnummers ZB–2018-629, ZB–2018-796, ZB–2018-797, ZB–2018-798, ZB–2018-799, ZB–2018-800 en ZB–2019-037 en

-    4 maart 2020 met klachtnummers ZB–2019-038 en ZB–2019-546.

 

De uitspraken van de beklagrechter zijn bijgevoegd.

 

2. De ontvankelijkheid

Op grond van artikel 69, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet kan tegen de uitspraak van de beklagrechter een beroepschrift worden ingediend dat met redenen omkleed dient te zijn. De beroepschriften van klager voldoen niet aan die eis. Bij e-mailbericht van 31 maart 2020 is klager in de gelegenheid gesteld om binnen een daarvoor gegeven termijn de gronden van de beroepen alsnog schriftelijk mede te delen. Bij e-mailbericht van 17 april 2020 heeft klagers raadsvrouw, mr. M.J.R. Roethof, verzocht om uitstel voor het indienen van de gronden. Bij e-mailbericht van diezelfde dag is het verzoek om uitstel gehonoreerd en een nieuwe termijn verleend voor het indienen van de gronden. Klager en zijn raadsvrouw hebben daarvan echter (binnen de daarvoor gegeven termijn) geen gebruik gemaakt.

De beroepsrechter zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroepen.

 

3. De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroepen.

 

 

Deze uitspraak is op 25 juni 2020 gedaan door de alleensprekende beroepsrechter, mr. M. Iedema, bijgestaan door mr. D.L. van Lijf, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven