Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3721/GBT (tegemoetkoming), 12 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         12/3721/GBT (tegemoetkoming)

Betreft: [klager] datum: 12 juli 2013

Uitspraak van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

[…] , hierna klager te noemen, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de selectiefunctionaris van 19 november 2012, waarin is beslist tot verlenging van klagers verblijf in de extra beveiligde inrichting (EBI) te Vught.

Bij uitspraak van 6 juni 2013 heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard en daarbij tevens bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing zal bepalen of enige tegemoetkoming als bedoeld in artikel 73, vierde lid, juncto artikel 68, zevende lid, Pbw aan klager geboden is.

De selectiefunctionaris heeft bericht dat klager al werd overgeplaatst voordat de beroepscommissie op 6 juni 2013 uitspraak deed. De selectiefunctionaris heeft klager bij beslissing van 27 mei 2013 geselecteerd voor de gevangenis van de penitentiaire inrichting Leeuwarden.

Beoordeling

Klager heeft op 21 juni 2012 beroep ingesteld tegen de beslissing van de selectiefunctionaris van 14 juni 2012. De beroepscommissie heeft dat beroep bij uitspraak van 22 oktober 2012 met nr. 12/1927/GB gegrond verklaard, de bestreden beslissing vernietigd en de selectiefunctionaris opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Naar aanleiding van de gegrondverklaring van het beroep heeft de selectiefunctionaris op 19 november 2012 een nieuwe beslissing genomen en klagers verblijf in de EBI andermaal verlengd. Gelet op het feit dat klager tegen deze beslissing op 27 november 2012 wederom beroep had ingesteld (12/3721/GB) heeft de beroepscommissie bij uitspraak van 12/1927/GBT van 24 januari 2013 bepaald dat klager naar aanleiding van de gegrondverklaring van het beroep met nr. 12/1927/GB niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming nu de beroepscommissie op dat moment niet kon vaststellen of de verlenging van klagers verblijf in de EBI vanaf 14 juni 2012 ten onrechte was geweest. De beroepscommissie heeft het beroep met nr. 12/3721/GB bij uitspraak van 6 juni 2013 gegrond verklaard en de bestreden beslissing vernietigd. Gelet hierop moet worden geoordeeld dat op 14 juni 2012 en op 19 november 2012 ten onrechte is beslist tot verlenging van klagers verblijf in de EBI en klager derhalve vanaf 14 juni 2012 ten onrechte in de EBI heeft verbleven. Gelet daarop acht de beroepscommissie termen aanwezig voor toekenning van een financiële tegemoetkoming. De beroepscommissie stelt de hoogte van die tegemoetkoming vast op € 1375,=.

 

Beslissing

De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming van € 1375,= toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, op 12 juli 2013

                                                                            

             

 

 

                                                          

                                secretaris    voorzitter

 

 

Naar boven