Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2629/TA, 15 maart 2007, beroep
Uitspraakdatum:15-03-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2629/TA

betreft: [klager] datum: 15 maart 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 september 2006 van de beklagcommissie bij Flevo Future (thans Oostvaarderskliniek), locatie Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 februari 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a) verlenging van het toezicht op de post van en voor klager per 11 juli 2006, met een duur van maximaal vier weken, wegens het alsmaar bestellen van tijdschriften en abonnementen op naam van personeelsleden en medepatiënten, en
b) separatie op 20 juni 2006 vanwege het vernielen van eigendommen van de inrichting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft op naam van anderen vaker abonnementen genomen, maar nog niet eerder bestellingen gedaan. Hij heeft bestellingen op naam van de psychiater gedaan, omdat hij boos op haar was. Hij begrijpt dat de inrichting dat niet kan accepteren en was
het
daarom even wel met de postmaatregel eens, maar niet met de duur van de beperking. Klager weet zeker dat hij niet meer op naam van anderen bestellingen zal doen of zich zal abonneren. Wel is hij bang dat post te lang blijft liggen, waardoor hij
bijvoorbeeld niet tijdig in beroep kan gaan.
Hij heeft een DVD-speler van de afdeling en een blusdeken kapotgemaakt, omdat hem onder dwang medicatie werd toegediend. Hij begrijpt dat hem vanwege zijn gedrag een maatregel is opgelegd, maar ook die maatregel duurt te lang. Hij heeft maar twee en
een
half uur dagbesteding per week. Volgens de sociotherapeuten is de behandeling stopgezet.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Vanaf het eerste moment dat geen toezicht op klagers post meer werd gehouden, heeft klager bestellingen op naam van de psychiater gedaan. Als toezicht wordt gehouden, doet klager dergelijke dingen niet. In het gedrag van klager verandert er weinig.
Zonder toezicht op zijn post, kan hij weer bestellingen gaan doen.
Klager is sinds februari 2006 afwisselend gesepareerd of afgezonderd. Het beklag van klager ziet op de op 20 juni 2006 aangevangen separatie. Aan klager is per abuis een mededeling van verlenging van separatie uitgereikt, omdat hij daarvóór was
afgezonderd. Telkens is geprobeerd klagers programma meer uit te breiden, maar telkens gaat het dan weer mis. Het beleid is om klager niet te veel te vragen en te prikkelen. Ervaringsgewijs is dit het maximaal haalbare. De inrichting had dit liever
anders gezien. Voor klager is inmiddels de status van risico-interventiepatiënt aangevraagd. De inrichting heeft de behandeling van klager niet stopgezet. Wel is de inrichting van mening dat de behandeling van klager moeilijk is en dat het de vraag is
of klager zal veranderen.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat de inrichting de bestreden
beslissingen in redelijkheid heeft kunnen nemen in het licht van de ervaring dat klager telkens bij uitbreiding van zijn programma spanning ervaart en komt tot niet toelaatbaar te achten gedrag waarmee de orde en veiligheid in de inrichting is
gemoeid.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, J.L. Brand en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 15 maart 2007

secretaris voorzitter

Naar boven