Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0225/GB, 16 maart 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-03-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/225/GB

Betreft: [klager] datum: 16 maart 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 januari 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 april 2006 in Nederland gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Haarlem. Op 8 februari 2007 is hij geplaatst in de gevangenis Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager meent dat de selectiefunctionaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de door hem naar voren gebrachte bezwaren. De gevangenis Lelystad is vanuit Bovenkarspel, waar zijn partner woont, slechts af en toe per bus bereikbaar. Om klager te
kunnen
bezoeken, zou zijn partner met de trein moeten reizen. Dan is er sprake van een reistijd van twee uur en de kosten zijn voor haar te hoog. Daar komt nog bij dat klagers partner steeds om 15.15 uur thuis moet zijn om haar zoon op te vangen na
schooltijd.
Klagers partner is daarnaast ook niet echt gezond. Door plaatsing in Lelystad komen verder ook klagers toekomstperspectieven in gevaar. Hij wil graag de gelegenheid krijgen om na zijn detentie een menswaardig bestaan op te bouwen. Klager wil tijdens
zijn detentie studies volgen. Indien hij in Heerhugowaard zou worden geplaatst, kan hij daar beter aan werken. Klager heeft ter ondersteuning van zijn beroep een aantal schriftelijke stukken overgelegd waarmee de noodzaak van een plaatsing in
Heerhugowaard volgens hem wordt onderbouwd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is in Groot Brittanië veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien jaar. In het kader van de Wet overdracht tenuitvoerlegging van strafvonnissen (WOTS) is klager toegestaan die straf uit te zitten in Nederland. De rechtbank te Alkmaar heeft
de duur van de aan klager opgelegde gevangenisstraf vastgesteld op negen jaar. Tegen die beslissing van de rechtbank is beroep in cassatie ingesteld. Klagers fictieve einddatum van zijn detentie is 14 januari 2011. Klager is beoordeeld door het
Penitentiair selectiecentrum (PSC) te ’s-Gravenhage. Uit het advies van het PSC komt naar voren dat klager een voorkeur heeft voor plaatsing in de gevangenis Zuyderbos. Het PSC zag in haar advies geen redenen om van die voorkeur af te wijken. Bij haar
advies heeft het PSC evenwel geen rekening gehouden met de wachtlijstproblematiek bij de inrichtingen. Omdat de selectiefunctionaris verantwoordelijk is voor een optimale bezetting van de beschikbare capaciteit, dient hij met die wachtlijstproblematiek
rekening te houden bij zijn selectiebeslissingen. Om die reden is besloten van de voorkeur van klager af te wijken. In de gevangenis Zuyderbos wordt gewerkt met het TR-project. Ten gevolge daarvan heeft die gevangenis een zeer lange wachtlijst met een
trage doorstroming. Daar komt nog bij dat gedetineerden die qua termijn aan een TR-traject toe zijn, in beginsel voorrang krijgen bij plaatsing. Gelet daarop zou een plaatsing van klager langere tijd op zich laten wachten. Hij zou in dat geval langer
dan strikt noodzakelijk in een huis van bewaring moeten verblijven. Daarnaast komt klager nog niet in aanmerking voor een plaatsing in Zuyderbos. Een dergelijke plaatsing is aangewezen gedurende de laatste achttien tot vierentwintig maanden van zijn
detentie, waarin hij dan kan deelnemen aan het TR-traject. Omdat klager voorts zijn stellingen met betrekking tot de gezondheidstoestand van zijn partner en haar zoontje niet nader heeft onderbouwd, is er volgens de selectiefunctionaris geen aanleiding
om klager in Heerhugowaard te plegen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beperkt beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat het voor klagers
partner, met name gelet op haar financiële situatie, zeer bezwaarlijk wordt geacht om klager te bezoeken. Met name omdat zij in geval van bezoek veelal aangewezen zal zijn op treinverbinding tussen Bovenkarspel en Lelystad, welke reis aanzienlijke
kosten met zich brengt. Daarnaast heeft klager voldoende aannemelijk gemaakt dat de zoon van zijn partner zodanig ernstige psychische problemen heeft dat die partner hem na schooltijd thuis moet opvangen, hetgeen een beperking oplevert ten aanzien van
een eventuele reistijd. Hoewel op zich detentie inherent is aan bezoekproblemen, is er in dit geval – daarbij mede gelet op de omstandigheid dat het PSC in haar advies kennelijk aangeeft dat klager in aanmerking kan komen voor plaatsing in de
gevangenis
Zuyderbos – aanleiding om de bezoekproblemen zwaarder te laten wegen dan het belang van een zo snel mogelijke plaatsing van klager in een gevangenis. De omstandigheid dat die gevangenis met name bedoeld is voor TR-kandidaten doet daaraan niet af.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 maart 2007

secretaris voorzitter

Naar boven