Nummer: 07/21/GB
Betreft: [klager] datum: 2 maart 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 28 december 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot beëindiging van klagers plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen (jovo-inrichting) toegewezen en het verzoek tot plaatsing in de gevangenis De IJssel afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 20 januari 2003 gedetineerd. Hij verbleef ondermeer in de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught en de jovo-gevangenis de Schie te Rotterdam. Op 2 januari 2007 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Grave, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis De IJssel – en zijn overplaatsing naar de gevangenis Grave – als volgt toegelicht. Door zijn plaatsing in Grave kan klager geen bezoek ontvangen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek van klager was tweeledig. Enerzijds wilde hij uit de jovo-inrichting weggeplaatst worden omdat hij inmiddels de leeftijd van 24 jaar had bereikt en anderzijds wilde hij geplaatst worden in de gevangenis De IJssel in Krimpen aan den IJssel.
Die keuze is door hem niet verder gemotiveerd. Gelet op de ruimte op de wachtlijsten van de gevangenis De IJssel en de gevangenis Grave, is besloten klager over te plaatsen naar Grave. Daarbij heeft, naast de optimale benutting van de beschikbare
capaciteit, de omstandigheid dat klager in de jovo-gevangenis De Schie nimmer bezoek heeft ontvangen een rol gespeeld en is gekozen voor de inrichting met de kortste wachtlijst.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden geacht. Hetgeen klager omtrent de bezoekfaciliteiten heeft opgemerkt,
kan, nu dit niet nader feitelijk is onderbouwd, niet tot een ander oordeel leiden.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 maart 2007
secretaris voorzitter