nummer: 07/152/GV
betreft: [klager] datum: 2 maart 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 januari 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft de op 22 december 2006 ten aanzien van klager verleende toestemming voor algemeen verlof ingetrokken.
2. Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 73, tweede lid, Pbw dient het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt, te worden ingediend. Een na afloop van deze termijn
ingediend beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest. Het beroepschrift van klager is gedateerd op 8 januari 2007 en op het secretariaat van de Raad ontvangen op
23
januari 2007. Blijkens de poststempel is het beroepschrift op 22 januari 2007 voor verzending per post aangeboden. Gelet hierop heeft klager niet tijdig beroep ingesteld. Niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan de overschrijding van de
beroepstermijn verschoonbaar is. Klager kan derhalve niet worden ontvangen in zijn beroep.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 maart 2007
secretaris voorzitter