Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2440/GM, 8 februari 2007, beroep
Uitspraakdatum:08-02-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2440/GM

betreft: [klager] datum: 8 februari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.W. Koevoets, advocaat te Rotterdam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de Detentieboot Reno te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 19 september 2006 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van 9 november 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Amsterdam
- waarbij klager en diens raadsman waren verschenen - is de behandeling van het beroep, bij ontstentenis van een tolk in de Chinese taal, aangehouden tot een nadere zitting van de beroepscommissie. Ter zitting van de beroepscommissie van 15 december
2006, gehouden in de p.i. Amsterdam, zijn de inrichtingsarts, klager noch diens raadsman verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 19 juli 2006, betreft het niet adequaat behandelen van klagers voet- en beenklachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.
Klager heeft in zijn klacht aangegeven vele malen om de arts te hebben gevraagd. Zulks in verband met pijn aan zijn voeten. Iedere keer dat klager met de arts sprak werd hem gezegd dat er niets aan te doen was. Er zou gewacht moeten worden op de
verandering van het ziektebeeld. Klager heeft inmiddels al maandenlang pijn in zijn been. Zijn been begint daarbij ook zwart te worden. Klager heeft voor die klachten slechts éénmaal een medicus gezien. Voor klager is niet duidelijk waarom er zoveel
risico genomen moet worden met de gezondheid van hem. Hij is van mening dat er een daadwerkelijk medisch onderzoek naar de aard van zijn klachten zou moeten plaatsvinden.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het door de inrichtingsarts overgelegde medisch dossier komt naar voren dat bij klager spataderen zijn gediagnosticeerd en hem als behandeling daarvoor het dragen van steunkousen is geadviseerd. De beroepscommissie vindt in het dossier geen
aanleiding voor de conclusie dat die diagnose en dat advies onzorgvuldig zouden zijn gesteld en gegeven. Bij aandoeningen als die van klager is het gebruik van een steunkous een erkende behandelwijze. De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang
en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Dat geldt temeer nu uit het medisch dossier naar voren komt dat door de medische dienst
van de Detentieboot Reno kennelijk alle moeite is gedaan om klager het belang van het dragen van die steunkousen uit te leggen. De omstandigheid dat klager vervolgens niet meewerkt aan de voorgeschreven behandeling, kan de inrichtingsarts niet worden
verweten. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 februari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven