Nummer: 06/2747/GB
Betreft: [klager] datum: 5 februari 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.H.W. Spoelstra, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 oktober 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager ongegrond verklaard. Het bezwaar was gericht tegen de beslissing de aan klager opgelegde vrijheidsstraf niet door toepassing van elektronische detentie ten uitvoer te leggen.
2. De feiten
Op 24 oktober 2006 is door de selectiefunctionaris beslist dat klager niet in aanmerking komt voor elektronische detentie. Klager dient een vrijheidsstraf te ondergaan van 49 dagen.
3. De standpunten
3.1. Het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris is namens klager als volgt toegelicht.
De vriendin van klager is terminaal ziek en klager wil haar graag de komende tijd naar het ziekenhuis kunnen begeleiden. Om deze reden wil klager toch graag elektronische detentie ondergaan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager had aangegeven de aan hem opgelegde vrijheidsstraf te willen ondergaan door middel van elektronische detentie. Hij kon zich echter niet schikken in een
snelle aansluiting hiervan en daarom heeft de selectiefunctionaris een negatieve selectiebeslissing genomen. Tevens was er geen reden de beslissing te herzien naar aanleiding van het ingediende bezwaar. Er is aan het Bureau Individuele Advisering
(BIMA)
bij het Ministerie van Justitie om advies gevraagd betreffende de detentiegeschiktheid van klager.
4. De beoordeling
In de circulaire Elektronische Detentie van 7 maart 2005, nummer 5291588/04/DJI, onder punt 4, aanhef en onder a, wordt vermeld dat voor deelname aan elektronische detentie de veroordeelde zich bereid moet hebben verklaard zich aan
elektronische
detentie en de hem gestelde voorwaarden te onderwerpen. Door zich niet te schikken in een snelle aansluiting onder elektronische detentie heeft klager aangegeven zich niet aan die gestelde voorwaarden te willen onderwerpen. Daarmee voldoet klager niet
aan de criteria voor de toepassing van elektronische detentie en kan de afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 5 februari 2007
secretaris voorzitter