Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1684/TA, 31 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:31-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1684/TA

betreft: [klager] datum: 31 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de FPC De Kijvelanden te Portugaal, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 29 juni 2006 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 september 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], waarnemend hoofd behandelingsrapportage en [...], hoofd
behandeling Karmijn.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft afdelingsarrest d.d. 20 februari 2006.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep de volgende toelichting gegeven.
Nadat het afdelingsarrest één dag heeft geduurd heeft klager beklag ingesteld. Ingevolge artikel 57, eerste lid Bvt staat pas beklag open als afdelingsarrest één week heeft geduurd. De beklagcommissie had klager dan ook niet ontvankelijk moeten
verklaren. De maatregel afdelingsarrest voldoet aan de eisen van de Bvt. In alle gevallen waarin een patiënt wordt overgeplaatst van een Instroomafdeling (opname) naar een Doorstroomafdeling (behandeling) wordt gestart met een periode van gewenning aan
de nieuwe afdeling, aan de staf en aan de medepatiënten. Het is in het kader van de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting van belang een inschatting te kunnen maken van de patiënt en op grond daarvan – eventueel beperkte – vrijheden
binnen de kliniek toe te kennen. De maatregel afdelingsarrest werd op 20 februari 2006 aan klager opgelegd en op 20 maart 2006 opgeheven. De reden dat de maatregel vier weken opgelegd is geweest is gelegen in het feit dat klager in die periode heeft
geweigerd samen te werken met de staf en zich veelal op zijn kamer heeft teruggetrokken.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Op 3 mei 2006 is klager overgeplaatst naar Karmijn. Door een ruil met een medebewoner is klager weer op afdelingsarrest geplaatst. Klager wil geen
behandeling. Hij zegt onschuldig te zijn en wil niet over zijn delict praten. Klager voelt zich opgejaagd, omdat hij vandaag zo lang heeft moeten zitten in een cel in de p.i. Amsterdam.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 57, eerste lid jo vierde lid, Bvt staat tegen een beslissing tot beperking van de bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 33 Bvt beklag open nadat deze een week heeft geduurd, waarbij de dag waarop de beslissing is genomen buiten
beschouwing blijft. Ingevolge artikel 58, vijfde lid Bvt moet het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde kennis heeft gekregen van de beslissing worden ingediend.
Klager heeft op 20 februari 2006 beklag ingesteld tegen de hem op diezelfde dag opgelegd afdelingsarrest. De maatregel van afdelingsarrest heeft geduurd van 20 februari 2006 tot 20 maart 2006. Nu het aan klager opgelegde afdelingsarrest langer dan een
week heeft geduurd staat daartegen beklag open. Het klaagschrift is tijdig ingediend en derhalve ontvankelijk.
Blijkens de schriftelijke mededeling van 20 februari 2006 is de maatregel van afdelingsarrest genomen ter handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting
In alle gevallen waarin een patiënt wordt overgeplaatst van een instroomafdeling (opname) naar een doorstroomafdeling (behandeling) verblijft de patiënt voor een periode van gewenning ongeveer twee weken op de afdeling. De maatregel heeft in dit geval
vier weken geduurd, omdat klager weigerde samen te werken met de staf.
De beroepscommissie is van oordeel dat de bestreden beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Het beroep zal gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. B. Dekken en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 31 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven