Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2784/GB, 24 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:24-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/2784/GB

Betreft: [klager] datum: 24 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 oktober 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Veenhuizen, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 november 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) / ISD Amsterdam. Op 7 september 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Het beroep tegen de bestreden beslissing is door klager als volgt toegelicht.
Klager had in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) moeten worden geplaatst. Hij is immers op alle aanklachten veroordeeld en is niet in beroep gegaan. Bovendien heeft hij onnodig lang in het h.v.b. verbleven en is van mening dat de redelijke
termijn ten opzichte van de opgelegde straf is overschreden. Hij komt niet in aanmerking voor resocialisatieverlof. Daarnaast zijn andere verdachten in deze zaak al vrij. De getuigen zijn volgens klager waarschijnlijk al niet meer op te sporen maar
voor
zover dat wel zou zijn, zijn ze niet beïnvloedbaar en worden ze niet gehoord als slachtoffer.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen de overplaatsing van klager naar een b.b.i. in verband met zijn strafzaak. Het OM is namelijk in hoger beroep gegaan en er moeten volgens het OM nog meerdere getuigen en verdachten
gehoord worden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Veenhuizen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI), komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die
een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. Het gerechtshof te Amsterdam heeft de behandeling van de strafzaak in hoger beroep tegen klager aangehouden. Daarom bestaan er bij het OM nog steeds dezelfde bezwaren met betrekking tot vrijheden tijdens de detentie van klager als voorheen.

4.4. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen
oordelen dat klager, gelet op de fase waarin de strafzaak van klager zich bevindt, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 24 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven