Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2498/JB, 16 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/2498/JB

Betreft: [klager] datum: 16 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Enoch, namens

[...], geboren op [1991], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 18 september 2006 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 november 2006, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. J.M.F. Honders, gemachtigde, en de selectiefunctionaris [...].
Als toehoorders waren aanwezig mevrouw mr. E.W. Bevaart, coördinerend secretaris Rechtspraak bij de Raad en [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gesloten afdeling van de behandelinrichting j.j.i. De Heuvelrug, locatie Overberg ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is onder toezicht gesteld van de gezinsvoogdij-afdeling van Bureau Jeugdzorg (BJZ) te Utrecht.
Met toepassing van artikel 261Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak d.d. 19 september 2006 BJZ gemachtigd tot uithuisplaatsing van klager voor de duur van zes maanden. De machtiging is bedoeld voor plaatsing
op
een normaal beveiligde afdeling van een behandelinrichting.

Klager verbleef in de opvanginrichting j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist.
Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de normaal beveiligde afdeling van de behandelinrichting j.j.i. De Heuvelrug, locatie Overberg. Op 4 september 2006 is hij geplaatst op de normaal beveiligde afdeling van die inrichting.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Er is nog geen uitspraak van het Hof inzake het hoger beroep tegen de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing.
Het bezwaar tegen de plaatsing in de gesloten setting is met name gebaseerd op klagers veranderde gedrag. Dit blijkt ook uit de meest recente voortgangsrapportage van oktober 2006. Klager is vooruitgegaan in zijn gedrag, zoals blijkt uit verschillende
stukken. In Eikenstein heeft klager een goede voortgang laten zien. De verloven zijn goed verlopen, hij heeft er geen misbruik van gemaakt, hij heeft zich netjes gedragen. Aan deze aspecten wordt te weinig aandacht besteed. Klager heeft veel
telefonisch
contact met zijn moeder, zo mogelijk dagelijks. De familieband schijnt goed te zijn.
Uit de voortgangsrapportage van oktober 2006 blijkt dat klager in de leefgroep goed functioneert. Eerder was aangegeven dat klager zich slecht zou kunnen aanpassen aan zijn omgeving, maar uit het rapport blijkt het tegendeel. Het contact met de
groepsleiding is positief. Als er iets is, gaat klager naar de groepsleiding om het op te lossen. In het rapport wordt genoemd dat klager weinig geduld heeft, maar dat heeft te maken met het feit dat de procedure zo lang duurt en hij tegen zijn wil
vastzit. Klager wil niet naar een gesloten setting.
In Eikenstein had hij verlof, sinds zijn verblijf op de gesloten behandelafdeling echter niet meer. Klager gaat aan het eind van de maand met verlof en in januari 2007 gaat klager naar een beperkt beveiligde setting. Hij gaat het liefst naar huis.

De selectiefunctionaris heeft de beslissing als volgt toegelicht.
Er is een juridische grondslag voor plaatsing in een gesloten setting. Er is een machtiging uithuisplaatsing en een indicatiebesluit die aangeven dat klager in een gesloten setting geplaatst moet worden. De selectiefunctionaris is verplicht hier
uitvoering aan te geven.
Er kan aanleiding zijn voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting. Dan beslist de selectiefunctionaris na overleg met de pedagogisch directeur, gezinsvoogd en jeugdige tot doorplaatsing. Inrichtingen willen over het algemeen jeugdigen door
laten stromen naar een beperkt beveiligde setting zodra dat mogelijk is. Ten aanzien van klager is een gesloten setting nodig. Een machtiging is altijd gebaseerd op een indicatiebesluit. Bureau Jeugdzorg is regiehouder. Als een gezinsvoogd vraagt om
plaatsing in een normaal beveiligde setting, dan zal de selectiefunctionaris niet overgaan tot plaatsing in een beperkt beveiligde setting. De selectiefunctionaris heeft nog geen aanvraag voor plaatsing op een beperkt beveiligde afdeling ontvangen.

4. De beoordeling
Klager is uit huis geplaatst. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
De behandelinrichting De Heuvelrug, locatie Overberg is normaal beveiligd.

Vast staat dat zowel de (verlengde) machtiging uithuisplaatsing van de kinderrechter als het indicatiebesluit van het Bureau Jeugdzorg van 19 juni 2006 aangeven dat klager in een gesloten behandelinrichting dient te worden geplaatst.

De beslissing van de selectiefunctionaris om klager in een normaal beveiligde inrichting te plaatsen kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, in het licht daarvan niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
Hieraan kan niet afdoen dat klager tijdens zijn verblijf in Eikenstein verlof is verleend en dat dit goed is verlopen. Evenmin kan daaraan afdoen dat klager een goede vooruitgang heeft laten zien in Eikenstein. Het is aan de directeur van de
behandelinrichting en de gezinsvoogd om aan te geven wanneer klager naar een beperkt beveiligde afdeling overgeplaatst zal kunnen worden.

Overigens hecht de beroepscommissie eraan op te merken dat een langdurig verblijf in een opvanginrichting in afwachting van plaatsing in een behandelinrichting buitengewoon onwenselijk is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, mr. A.P. van der Linden en dr. I. Weijers, leden, bijgestaan door mr. L. de Greef, secretaris, op 16 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven