nummer: 06/2934/GA
betreft: [klager] datum: 10 januari 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. drs. J.M.R. Maas, advocaat te Almere, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 2 november 2006 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Amsterdam, voor zover deze de vaststelling betreft dat geen tegemoetkoming wordt vastgesteld,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. Maas voornoemd om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het feit dat beeld- en/of geluidsopnamen zijn gemaakt tijdens een programmaonderdeel zonder dat klager daarvoor toestemming heeft
verleend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beklagcommissie heeft bij de gegrondverklaring de directie verzocht de Jellinek kliniek te benaderen om de opgenomen banden waarop klager te horen dan wel te zien is te vernietigen
en klager en diens raadsvrouw te informeren omtrent de uitkomst van dit verzoek.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend omdat ten onrechte is geoordeeld dat de gewraakte gedragingen geheel teniet kunnen worden gedaan. Gedurende de hele periode dat er opnamen zijn gemaakt
was klagers privacy niet gewaarborgd nu er gedurende die periode in het geheel geen duidelijke, noch op schrift gestelde afspraken waren omtrent de opnamen en het gebruik ervan. Nu klager gedwongen was zijn medewerking te verlenen aan opnamen waarvan
het doel en gebruik in het geheel niet vaststonden en het waarborgen van zijn privacy geen enkele rol speelde, is er sprake van schending van klagers privacy. De beklagcommissie heeft er op onjuiste gronden geen rekening mee gehouden dat de opnamen in
de tussentijd al buiten de inrichting zijn gebracht en al zonder zijn toestemming – kennelijk voor educatieve doeleinden – zijn gebruikt en bekeken door anderen. De banden zijn naar de Jellinek kliniek gebracht waar zij worden gebruikt als
leermateriaal
voor de trainers (in opleiding). In zoverre meent klager dat de gewraakte gedragingen – zelfs al zouden nu alle opnamen worden vernietigd – niet meer geheel teniet kunnen worden gedaan.
Klager verzoekt de Raad het beroep gegrond te verklaren en te bepalen dat een geldelijke compensatie wordt toegekend voor de periode dat zijn privacy is geschonden.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager heeft zijn klacht met betrekking tot zijn geschonden privacy terecht en met instemming van de directeur gewonnen. Een COVA- trainer mag niet zonder schriftelijke toestemming van betrokken
gedetineerden beeld en/of geluidsopnamen maken. Bij klager zijn alleen geluidsopnamen gemaakt omdat hij direct duidelijk maakte dat hij niet in beeld wilde. De informatie dat de video-opnamen naar de Jellinek kliniek zijn gestuurd, blijkt te berusten
op
een misverstand. Het is de reclassering Nederland die de COVA-training heeft ontwikkeld en na een sollicitatieprocedure de trainers in penitentiair Nederland heeft ingezet. Het was een trainer in dienst van de Jellinek kliniek die onder auspiciën van
de
reclassering een COVA-training in het h.v.b./ISD Amsterdam heeft gegeven. De video/geluidsbanden zijn naar de reclassering Nederland gestuurd om de ontwikkelaars van deze training te laten beoordelen of de training verloopt volgens de door hen gestelde
eisen. Het zijn die medewerkers die na bestudering de banden wissen. Omdat er geen sprake van schade is, hoeft klager financieel niet te worden gecompenseerd. Klager heeft met zijn klacht duidelijk gemaakt waar de privacygrenzen liggen en daar is men
hem dankbaar voor. De geluidsbanden zijn na afloop van de training naar de reclassering gestuurd en van deze instantie mag worden verwacht dat zij discreet omgaan met privacygevoelig materiaal. De COVA-training wordt sedert een jaar niet meer in het
h.v.b./ISD Amsterdam gegeven omdat deze niet werkt bij de doelgroep. Als de reclassering Nederland met een aangepaste versie komt, zullen vooraf afspraken worden gemaakt teneinde de privacy van de bewoners te garanderen.
3. De beoordeling
Uit de reactie van de directeur komt het volgende naar voren.
Reclassering Nederland heeft de COVA-training ontwikkeld en de trainers in penitentiair Nederland ingezet. De onder auspiciën van de reclassering in het h.v.b./ISD Amsterdam gegeven COVA-training is verzorgd door een in dienst van de Jellinek kliniek
zijnde trainer. De video/geluidsbanden zijn na afloop van de training niet naar de Jellinek kliniek gezonden maar naar Reclassering Nederland en medewerkers wissen de banden na deze te hebben bestudeerd. De beklagcommissie heeft voorshands geen
tegemoetkoming toegekend, omdat de gevolgen van de gewraakte gedragingen mogelijk teniet gedaan kunnen worden. Van een nadere definitieve beslissing op dit voorlopig oordeel is niet gebleken. Maar ook als er vanuit gegaan wordt, dat – samengevat – de
banden gewist zijn, wordt daardoor de schending van klagers privacy niet geheel ongedaan gemaakt; er moet immers uitgegaan worden van enig gebruik van bedoelde banden. Gelet op de omstandigheden van het geval zal klager na te melden tegemoetkoming
worden toegekend, hetgeen leidt tot de volgende beslissing.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 10 januari 2007
secretaris voorzitter