Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2665/GB, 9 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:09-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/2665/GB

Betreft: [klager] datum: 9 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 oktober 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel.

2. De feiten
Klager is sedert 14 september 1999 gedetineerd. Hij verbleef sinds 23 december 2005 in de gevangenis Veenhuizen. Op 8 september 2006 is hij op eigen verzoek overgeplaatst naar de gevangenis/ ISD Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Het beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek is door klager als volgt toegelicht.
Toen klager in de gevangenis Veenhuizen zat, heeft hij een jaar gewacht om naar de gevangenis De IJssel te kunnen. Hij werd vervolgens naar de gevangenis/ ISD Zoetermeer overgeplaatst. Nu moet hij weer een half jaar wachten en heeft straks anderhalf
jaar lang geen bezoek gehad. Verder heeft klager een doktersverklaring opgestuurd om aan te tonen dat zijn zus niet ver kan reizen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de niet-ontvankelijkverklaring van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Op 25 juli 2006 is op een overplaatsingsverzoek van klager positief beslist. Hij had toen als eerste voorkeur opgegeven Zoetermeer. Nu klager
op 13 oktober 2006 weer een verzoek tot overplaatsing indiende, ditmaal naar Krimpen aan den IJssel, is klager niet-ontvankelijk verklaard omdat artikel 18, derde lid, van de Pbw bepaalt dat zes maanden nadat een verzoek gehonoreerd werd weer een nieuw
verzoek kan worden ingediend.

4. De beoordeling
De stelling van de selectiefunctionaris, dat artikel 18, derde lid, van de Pbw bepaalt dat zes maanden nadat een verzoek gehonoreerd werd weer een nieuw verzoek kan worden ingediend, is niet juist. De Pbw is gewijzigd per 1 juli 2005 en daarbij
is ook artikel 18 herzien. Het huidige artikel 18, derde lid, van de Pbw betreft een heel andere bepaling dan het oude artikellid.

In artikel 18, vierde lid, van de Pbw wordt echter bepaald, dat indien het verzoekschrift is afgewezen, er zes maanden na deze afwijzing opnieuw een dergelijk verzoek kan worden ingediend. Aangezien klagers vorige verzoek niet is afgewezen maar
toegewezen, had hij wél ontvankelijk dienen te worden verklaard in zijn verzoek.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie nog het volgende op. De door klager overgelegde doktersverklaring dateert van 23 maart 2005 en is derhalve niet recent. Daarnaast blijkt uit de bezoekregistratie dat dezelfde zus die in de
doktersverklaring wordt bedoeld, klager heeft bezocht in de gevangenis/ ISD Zoetermeer op
18 september 2006 en 30 oktober 2006. Klagers stelling dat zijn zus vanwege haar gezondheid niet ver kan reizen en hem dus niet op kan komen zoeken in Zoetermeer is derhalve niet aannemelijk.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 9 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven