Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2488/GA, 8 januari 2007, beroep
Uitspraakdatum:08-01-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 06/2488/GA

betreft: [klager] datum: 8 januari 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 september 2006 van de beklagcommissie bij de gevangenis/ISD De Grittenborgh te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 december 2006, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, is gehoord [...], unit-directeur bij de gevangenis/ISD De Grittenborgh.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft vermissing van voorwerpen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wist dat hij naar een andere afdeling ging. Meestal wordt dit niet lang van tevoren medegedeeld. Klager heeft zijn voorwerpen op een kar
gezet en is door een penitentiair inrichtingswerker (p.i.w.-er) naar de andere afdeling begeleid. Op die andere afdeling aangekomen hoorde klager dat hij in een meerpersoonscel zou worden geplaatst. Omdat hij dat niet wilde, is hij meteen met het
afdelingshoofd van de afdeling waar hij vandaan kwam gaan praten. Zijn kar met voorwerpen heeft hij op de nieuwe afdeling achtergelaten. Na het gesprek met het afdelingshoofd is klager in een isoleercel geplaatst, omdat hij niet naar een
meerpersoonscel
wilde. Voordat klager in de isoleercel werd geplaatst is zijn kar met voorwerpen in een time-outcel gezet. Dat de kar een tijd onbeheerd op de nieuwe afdeling heeft gestaan was een keuze van klager. Hij had ook na aankomst op de afdeling kunnen
aangeven
dat hij zijn voorwerpen achter slot en grendel wilde. Overigens stond de kar in de buurt van een open p.i.w.-post en dus niet geheel onbeheerd.

3. De beoordeling
Op basis van de verkregen informatie constateert de beroepscommissie dat de ontvreemding van klagers voorwerpen moet hebben plaatsgevonden vóór de plaatsing van klager in de isoleercel. Klager droeg op dat moment zelf de verantwoordelijkheid voor zijn
voorwerpen. Hij heeft ervoor gekozen om de kar met zijn voorwerpen onbeheerd op de nieuwe afdeling te laten staan. De directeur kan daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor de vermissing van voorwerpen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 8 januari 2007

secretaris voorzitter

Naar boven