Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7709/GA, 29 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:29-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7709/GA                      

Betreft [Klager]            Datum 29 oktober 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen (hierna: de directeur) heeft op 22 juni 2020 beslist tot voortzetting van de eerder aan klager opgelegde verplichting tot het ondergaan van een onvrijwillige geneeskundige behandeling, als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Penitentiaire beginselenwet (hierna: a dwangbehandeling), voor de duur van drie maanden.

Klager heeft daartegen beklag ingesteld. De beklagcommissie bij het PPC Scheveningen heeft op 27 juli 2020 het beklag ongegrond verklaard (SC 2020 / 160). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. M. de Reus, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman, de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van het PPC Scheveningen en mevrouw […], psychiater en directeur Zorg en Behandeling bij de PI Haaglanden, gehoord op de zitting van 30 september 2020 in het Justitieel Complex Zaanstad.

2. De beoordeling

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van de uitspraak van de beroepscommissie op het beroep van klager tegen de start van de a-dwangbehandeling (RSJ 16 september 2020, R-20/6600/GA). De beroepscommissie heeft de beslissing van de directeur om bij klager een a-dwangbehandeling toe te passen, als onredelijk en onbillijk aangemerkt en heeft derhalve dat beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing vernietigd. De beroepscommissie overweegt dat nu de startbeslissing van de a-dwangbehandeling is vernietigd nadat de verlengingsbeslissing van de a-dwangbehandeling is genomen, de grondslag aan de verlengingsbeslissing is komen te ontvallen waardoor de beroepscommissie in onderhavige zaak niet meer tot een inhoudelijke beoordeling kan komen. De beroepscommissie zal derhalve het beroep gegrond verklaren. Zij ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 29 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. dr. P. Jacobs en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven