Nummer: 06/2487/GB
Betreft: [klager] datum: 7 december 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.M.R. Maas, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 25 september 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zutphen, locatie Ooyerhoek, ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 15 augustus 2006 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in de locatie Lunette te Zutphen. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor en overgeplaatst naar het h.v.b. Zutphen, locatie Ooyerhoek.
3. De standpunten
3.1. Het beroep tegen de bestreden beslissing is namens klager als volgt toegelicht.
Het is onterecht dat klager louter op grond van de eerder aan hem opgelegde PIJ-maatregel in een inrichting met een hoger beveiligingsniveau wordt geplaatst. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat de PIJ-maatregel laatstelijk
nog voor een jaar is verlengd met de bedoeling klager beter te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer naar de samenleving. Deze voorbereiding wordt nu doorkruist door de selectiebeslissing.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Indien op enig moment na plaatsing blijkt dat er sprake is van (verhoogde) vluchtgevaarlijkheid of van een andere bijzondere omstandigheid (b.v. een hoge straf/eis of, in het geval van betrokkene, een opgelegde maatregel) is het de verantwoordelijkheid
van de directeur van de inrichting van verblijf om, door tussenkomst van de selectiefunctionaris, een voorstel te doen tot overplaatsing naar een goed beveiligde inrichting. Het h.v.b. Zutphen nieuw (locatie Ooyerhoek) heeft een hoger
beveiligingsniveau
dan het h.v.b. Zutphen oud (locatie Lunette).
Klager boekte sinds eind mei 2005 inderdaad goede resultaten binnen zijn jeugd- TBS (PIJ-maatregel) en het was de bedoeling dat hij rond de zomer van 2006 met proefverlof zou gaan. Er heeft binnen de PIJ een ernstig incident plaatsgevonden waarvoor hij
is ingesloten in het volwassenencircuit. Dit was niet het eerste agressieve incident waar hij bij betrokken is geweest. De preventieve insluiting voor een geweldsdelict en het feit dat klager nog een PIJ-maatregel heeft te ondergaan, rechtvaardigt de
overplaatsing naar een h.v.b. met een hoger beveiligingsniveau.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Volgens artikel 4 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI) kunnen in normaal beveiligde inrichtingen of afdelingen gedetineerden worden geplaatst die niet in aanmerking komen
voor plaatsing in een inrichting of afdeling met een ander beveiligingsniveau. De toelichting op dit artikel houdt in dat de normaal beveiligde inrichtingen in onderlinge samenhang qua beveiligingsniveau vergelijkbaar zijn maar niet identiek. De
specifieke omstandigheden van de inrichting of afdeling kunnen, met name ten aanzien van een gedetineerde die gelet op het vlucht- en maatschappelijke risico net onder de grens voor plaatsing in een uitgebreid beveiligde inrichting uitkomen, mede van
invloed zijn op de beslissing in welke normaal beveiligde inrichting een gedetineerde wordt geplaatst.
4.3. Volgens de bestemmingsaanwijzing heeft de locatie Lunette geen afdelingen met een uitgebreid beveiligingsniveau, maar kent deze slechts afdelingen met een normaal beveiligingsniveau (niveau 2). Het h.v.b. Zutphen, locatie Ooyerhoek, kent
hetzelfde beveiligingsniveau. Wel bestaat er een verschil tussen het h.v.b. van de locatie Lunette en van de locatie Ooyerhoek. Deze laatste is beter beveiligd dan locatie Lunette omdat het een moderner gebouw is.
4.4. Gezien de selectie voor het h.v.b. Zutphen, locatie Ooyerhoek, heeft de selectiefunctionaris kennelijk beoogd om klager in een beter beveiligde inrichting te plaatsen maar wel binnen hetzelfde beveiligingsniveau te houden. De op de onder 3.2
genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 7 december 2006
secretaris voorzitter